NJ 1949/35
Aan een ander toebehoren. Distributiebonkaarten na uitreiking aan iemand, die ze voor de L.O. in ontvangst nam, res nullius? Cassatie in het belang der wet.
HR 02-11-1948, ECLI:NL:HR:1948:21, m.nt. Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 november 1948
- Magistraten
Mrs. Fick, van der Meulen, Feber, Rombach, Vrij
- Zaaknummer
[02111948/NJ_1949-35]
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS108689:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1948:21, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑11‑1948
- Wetingang
(Sr. art. 321.) 1
Essentie
Aan een ander toebehoren. Distributiebonkaarten na uitreiking aan iemand, die ze voor de L.O. in ontvangst nam, res nullius? Cassatie in het belang der wet.
Samenvatting
In de telastelegging (ter zake van verduistering van bonkaarten, die req. uit hoofde van lastgeving onder zich had) is de term „toebehoren" gebezigd in denzelfden zin, welke aan dit woord in art. 321 Sr. toekomt. Req. hield de bonkaarten niet voor zichzelf, maar voor de L.O. of voor hen voor wie ze door den leider daarvan waren bestemd. Aldus behoorden die kaarten toe, in den zin van art. 321 Sr., hetzij aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.