NJFS 2015/210
Poging tot grooming waarbij niet is gebleken van uitvoeringshandelingen gericht op het realiseren van een echte ontmoeting; OVAR wegens ontbreken strafbaarheid.
Rb. Oost-Brabant 24-07-2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:4757
- Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
- Datum
24 juli 2015
- Magistraten
Mrs. C.P.J. Scheele, E.M.J. Raeijmaekers, B. Damen
- Zaaknummer
01/865043-13
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBOBR:2015:4757, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 24‑07‑2015
- Wetingang
Art. 248e Sr
Essentie
Grooming. Verdachte heeft meerdere keren met het slachtoffer over een ontmoeting gesproken waarbij hij ook één keer een concrete ontmoetingsplaats heeft genoemd en met haar heeft gesproken over seksuele handelingen die hij met haar wilde verrichten. Daarmee heeft het voornemen van verdachte om het slachtoffer een ontmoeting voor te stellen met het oogmerk om ontuchtige handelingen te plegen zich naar uiterlijke verschijningsvorm door een begin van uitvoering geopenbaard. Niet is komen vast te staan dat de verdachte concrete (uitvoerings)handelingen heeft verricht die waren gericht op het daadwerkelijk realiseren van die ontmoeting. Gelet op de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.