Einde inhoudsopgave
Voorontwerp Insolventiewet
Artikel 10.2.4 Indiening van vorderingen en uitoefening van de rechten van schuldeisers
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2007
- Bronpublicatie:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
1.
ledere schuldeiser heeft het recht zijn vordering schriftelijk in te dienen in de insolventie van de schuldenaar, ongeacht de omstandigheid dat hij zijn gewone verblijfplaats, woonplaats of zetel heeft in een andere staat, tenzij uit de wet of Nederland bindende verdragen anders voortvloeit.
2.
De bewindvoerder in een op de voet van afdeling 3 erkende buitenlandse insolventie is bevoegd de vorderingen die reeds zijn ingediend in de insolventie waarvoor hij is benoemd, in te dienen in de insolventie van de schuldenaar, onverminderd het recht van elke schuldeiser zich daartegen te verzetten of zijn ingediende vordering in te trekken en onverminderd het recht van de schuldeiser zijn vordering zelf in de insolventie in te dienen.
3.
Wanneer de indiening van de vordering of de daarbij behorende bewijsstukken in een buitenlandse taal zijn gesteld, is de bewindvoerder bevoegd daarvan een vertaling in het Nederlands te verlangen.
4.
Vorderingen die in de insolventie zijn ingediend, worden door de bewindvoerder in buitenlandse insolventies ingediend, voor zover zulks dienstig is voor de schuldeisers, onverminderd het recht van een schuldeiser zich daartegen te verzetten of, indien het recht dat op de desbetreffende buitenlandse insolventie van toepassing is daarin voorziet, zijn ingediende vordering in te trekken en onverminderd het recht van de schuldeiser zijn vordering zelf in de buitenlandse insolventies in te dienen.
5.
Een buitenlandse bewindvoerder die overeenkomstig het tweede lid vorderingen heeft ingediend in de insolventie van de schuldenaar, is bevoegd in de insolventie van de schuldenaar aan vergaderingen van schuldeisers deel te nemen en het stemrecht uit te oefenen dat verbonden is aan vorderingen die zijn ingediend in de insolventie waarvoor hij is benoemd, onverminderd het recht van elke schuldeiser zelf deel te nemen aan vergaderingen van schuldeisers en het stemrecht uit te oefenen dat is verbonden aan zijn in de insolventie ingediende vordering.