RvdW 2021/419
Prejudiciële verwijzing. Sociaal beleid. Richtlijn 2006/54/EG. Gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep. Artikelen 14 en 28. Nationale collectieve arbeidsovereenkomst op grond waarvan werkneemsters die zelf hun kind opvoeden recht hebben op een verlof in aansluiting op het wettelijke zwangerschapsverlof. Uitsluiting van het recht op dit verlof voor mannelijke werknemers. Bescherming van werkneemsters met betrekking tot de gevolgen van zowel de zwangerschap als hun moederschap. Toepassingsvoorwaarden.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
18 november 2020
- Magistraten
J.-C. Bonichot, L. Bay Larsen, C. Toader, M. Safjan, N. Jääskinen
- Zaaknummer
C-463/19
- Conclusie
A-G M. Bobek
- Roepnaam
Syndicat CFTC
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2020:932, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 18‑11‑2020
ECLI:EU:C:2020:550, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 09‑07‑2020
- Wetingang
Essentie
Syndicat CFTC du personnel de la Caisse primaire d’assurance maladie de la Moselle tegen Caisse primaire d’assurance maladie de Moselle.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de conseil de prud’hommes de Metz (arbeidsrechter Metz, Frankrijk) bij beslissing van 15 mei 2019.
Prejudiciële verwijzing. Sociaal beleid. Richtlijn 2006/54/EG. Gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep. Artikelen 14 en 28. Nationale collectieve arbeidsovereenkomst op grond waarvan werkneemsters die zelf hun kind opvoeden recht hebben op een verlof in aansluiting op het wettelijke zwangerschapsverlof. Uitsluiting van het recht op dit verlof voor ...