Mededeling 2016/C 262/01 betreffende het begrip ‘staatssteun’ in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
Inhoudsopgave
Geldend
Geldend vanaf 19-07-2016
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad. De datum van inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
19-07-2016, PbEU 2016, C 262 (uitgifte: 19-07-2016, regelingnummer: 2016/C 262/01)
- Inwerkingtreding
19-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-07-2016, PbEU 2016, C 262 (uitgifte: 19-07-2016, regelingnummer: 2016/C 262/01)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Mededinging
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
- 1.
Inleiding
- 2.
De begrippen ‘onderneming’ en ‘economische activiteit’
- 2.1.
Algemene beginselen
- 2.2.
Uitoefening van overheidsgezag
- 2.3.
Sociale zekerheid
- 2.4.
De gezondheidszorg
- 2.5.
Onderwijs en onderzoeksactiviteiten
- 2.6.
Cultuur en instandhouding van erfgoed, met inbegrip van natuurbehoud
- 3.
‘Afkomstig van de staat’
- 3.1.
Toerekenbaarheid
- 3.1.1.
Aanwijzingen voor toerekenbaarheid
- 3.1.2.
Toerekenbaarheid en verplichtingen op grond van het Unierecht
- 3.2.
Staatsmiddelen
- 3.2.1.
Algemene beginselen
- 3.2.2.
Beheersende invloed over de middelen
- 3.2.3.
Rol van de Staat bij de herverdeling tussen particuliere entiteiten
- 4.
Voordeel
- 4.1.
Het begrip ‘voordeel’ in algemene zin
- 4.2.
Het criterium van de marktdeelnemer in een markteconomie
- 4.2.1.
Inleiding
- 4.2.2.
Algemene beginselen
- 4.2.3.
Vaststelling van de marktconformiteit
- 4.3.
Indirect voordeel
- 5.
Selectiviteit
- 5.1.
Algemene beginselen
- 5.2.
Materiële selectiviteit
- 5.2.1.
De jure en de facto selectiviteit
- 5.2.2.
Selectiviteit als gevolg van discretionaire praktijken van overheidsdiensten
- 5.2.3.
De beoordeling van materiële selectiviteit voor maatregelen ter verlichting van de normale lasten van ondernemingen
- 5.3.
Regionale selectiviteit
- 5.3.1.
Institutionele autonomie
- 5.3.2.
Procedurele autonomie
- 5.3.3.
Economische en financiële autonomie
- 5.4.
Specifieke thema's inzake belastingmaatregelen
- 5.4.1.
Coöperatieve vennootschappen
- 5.4.2.
Instellingen voor collectieve belegging
- 5.4.3.
Fiscale amnestie
- 5.4.4.
Fiscale rulings en schikkingen met de belastingdienst
- 5.4.5.
Afschrijvingsregels
- 5.4.6.
Belastingregeling op forfaitaire grondslag voor specifieke activiteiten
- 5.4.7.
Antimisbruikbepalingen
- 5.4.8.
Accijnzen
- 6.
Beïnvloeding van het handelsverkeer en de mededinging
- 6.1.
Algemene beginselen
- 6.2.
Vervalsing van de mededinging
- 6.3.
Beïnvloeding van het handelsverkeer
- 7.
Infrastructuur: enige specifieke verduidelijkingen
- 7.1.
Inleiding
- 7.2.
Steun aan de ontwikkelaar/eigenaar
- 7.2.1.
Economische activiteit of niet-economische activiteit?
- 7.2.2.
Vervalsing van de mededinging en beïnvloeding van het handelsverkeer
- 7.2.3.
Steun aan de infrastructuurontwikkelaar/-eigenaar — een overzicht per sector
- 7.3.
Steun aan beheerders
- 7.4.
Steun aan eindgebruikers
- 8.
Slotbepalingen