JOW 2011/16
verhuurinkomsten; hennepkwekerij; huurovereenkomst; huurpenningen
HR 07-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BO1618
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 december 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, W.F. Groos
- Zaaknummer
09/02395 P
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BO1618
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BO1618, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑12‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BO1618, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2010
- Wetingang
Sr art. 36e
Essentie
verhuurinkomsten; hennepkwekerij; huurovereenkomst; huurpenningen
Samenvatting
De enkele omstandigheid dat de betrokkene, nadat hij ervan op de hoogte was geraakt dat in het door hem ook voordien reeds verhuurde pand door de huurder een hennepkwekerij werd gedreven, de huurovereenkomst niet heeft beëindigd of de huurder heeft gesommeerd het drijven van die kwekerij te beëindigen, brengt niet mee dat de nadien ontvangen huurpenningen als wederrechtelijk verkregen voordeel moeten worden aangemerkt.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 27 maart 2009, nummer 20/001462-08, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.