Verordening (EG) Nr. 333/2002 betreffende de invoering van een uniform model voor een blad waarop een visum kan worden aangebracht dat door lidstaten wordt afgegeven aan houders van een reisdocument dat door de lidstaat die het blad opstelt niet wordt erkend
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 23-02-2002
- Bronpublicatie:
18-02-2002, PbEG 2002, L 53 (uitgifte: 23-02-2002, regelingnummer: 333/2002)
- Inwerkingtreding
23-02-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-2002, PbEG 2002, L 53 (uitgifte: 23-02-2002, regelingnummer: 333/2002)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Verordening van de Raad van 18 februari 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor een blad waarop een visum kan worden aangebracht dat door lidstaten wordt afgegeven aan houders van een reisdocument dat door de lidstaat die het blad opstelt niet wordt erkend
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 62, lid 2, onder b), punt iii),
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
De harmonisatie van het visumbeleid is een essentiële maatregel in verband met de geleidelijke totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, met name wat betreft grensoverschrijding.
- (2)
Maatregel 38 van het Actieplan van Wenen, aangenomen door de Raad van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken op 3 december 1998, bepaalt dat aandacht moet worden besteed aan nieuwe technische ontwikkelingen om te zorgen voor een nog betere beveiliging van het uniforme visummodel.
- (3)
Conclusie 22 van de Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999 luidt dat een actief gemeenschappelijk beleid inzake visa en valse documenten verder moet worden ontwikkeld.
- (4)
De voor het aanbrengen van een visum bestemde bladen welke worden verstrekt aan houders van een reisdocument dat door de lidstaat die het blad opstelt niet wordt erkend, voldoen op het ogenblik niet aan de vereiste veiligheidsnormen. Daarom dient het model van deze bladen te worden geharmoniseerd om deze beter te beveiligen.
- (5)
Dit uniforme model moet alle noodzakelijke gegevens bevatten en voldoen aan hoge technische normen, meer bepaald met betrekking tot beveiliging tegen namaak en vervalsing; tevens moet het geschikt zijn om door alle lidstaten te worden gebruikt en algemeen herkenbare geharmoniseerde veiligheidskenmerken hebben, die met het blote oog duidelijk waarneembaar zijn.
- (6)
Deze verordening behelst slechts de beschrijving van het uniforme model; deze dient te worden aangevuld met bijkomende technische specificaties, die geheim moeten blijven teneinde namaak en vervalsing te verhinderen en die geen persoonsgegevens of verwijzingen naar dergelijke gegevens mogen omvatten. De bevoegdheid tot vaststelling van dergelijke technische specificaties dient aan de Commissie te worden verleend, die wordt bijgestaan door het bij artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel (3) ingestelde comité.
- (7)
Om te waarborgen dat de bedoelde informatie niet voor meer personen dan noodzakelijk toegankelijk wordt, dient elke lidstaat één enkele organisatie aan te wijzen die verantwoordelijk is voor het drukken van het uniforme model voor een blad waarop een visum kan worden aangebracht, waarbij het de lidstaten vrijstaat zo nodig van organisatie te veranderen; elke lidstaat dient de naam van de bevoegde organisatie aan de Commissie en aan de andere lidstaten mede te delen.
- (8)
De lidstaten moeten, in overleg met de Commissie, adequate maatregelen treffen waardoor de verwerking van persoonsgegevens strookt met de beschermingsnorm van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (4).
- (9)
De voorwaarden van binnenkomst op het grondgebied van de lidstaten of van visumafgifte doen geen afbreuk aan de huidige regels inzake de erkenning van de geldigheid van reisdocumenten.
- (10)
Deze verordening houdt ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst inzake samenwerking met Noorwegen en IJsland een ontwikkeling van het Schengenacquis in in de zin van het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie.
- (11)
Overeenkomstig artikel 3 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, heeft het Verenigd Koninkrijk bij brief van 3 juli 2001 meegedeeld dat het wenst deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze verordening.
- (12)
Overeenkomstig artikel 1 van het protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, neemt Ierland niet deel aan de aanneming van deze verordening. Bijgevolg is deze verordening onverminderd artikel 4 van dat protocol niet van toepassing op Ierland.
- (13)
De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (5),
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: