Einde inhoudsopgave
Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957 betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, herzien te Stockholm op 14 juli 1967 en te Genève op 13 mei 1977
Artikel 5 Algemene Vergadering van de bijzondere Unie
Geldend
Geldend vanaf 06-09-1982
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is op 28-09-1979 vastgesteld door de Algemene Vergadering van de Bijzondere Unie.
- Bronpublicatie:
02-10-1979, Trb. 1980, 37 (uitgifte: 01-01-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-09-1982
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-1983, Trb. 1983, 156 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
1
a)
De bijzondere Unie kent een Algemene Vergadering, samengesteld uit de landen, die deze Akte hebben bekrachtigd of daartoe zijn toegetreden.
b)
De Regering van elk land is vertegenwoordigd door een afgevaardigde, die zich kan doen bijstaan door plaatsvervangers, adviseurs en deskundigen.
c)
De door elke delegatie gemaakte kosten worden gedragen door de Regering die haar heeft aangewezen.
2)
a)
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 3 en 4:
- i)
neemt de Algemene Vergadering alle vraagstukken in behandeling betreffende de instandhouding en de ontwikkeling van de bijzondere Unie en de uitvoering van deze Overeenkomst;
- ii)
verstrekt zij aan het Internationale Bureau richtlijnen betreffende de voorbereiding van de herzieningsconferenties, hierbij deugdelijk rekening houdende met de opmerkingen van de landen van de bijzondere Unie, die deze Akte niet hebben bekrachtigd of daartoe niet zijn toegetreden;
- iii)
bestudeert zij en hecht zij haar goedkeuring aan de rapporten en werkzaamheden van de Directeur-Generaal van de Organisatie (hierna te noemen: ‘de Directeur-Generaal’) met betrekking tot de bijzondere Unie en verstrekt zij hem alle van belang zijnde richtlijnen met betrekking tot de vraagstukken ter zake van de competentie van de bijzondere Unie;
- iv)
stelt zij het programma en de tweejaarlijkse begroting van de bijzondere Unie vast en keurt zij haar jaarrekeningen goed;
- v)
stelt zij het financiële reglement van de bijzondere Unie vast;
- vi)
roept zij, behalve de in artikel 3 genoemde Commissie van deskundigen, de andere commissies van deskundigen en de werkgroepen in het leven, die zij van belang acht voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de bijzondere Unie;
- vii)
beslist zij welke landen, geen leden der bijzondere Unie zijnde, en welke intergouvernementele en niet-gouvernementele internationale organisaties als waarnemers tot haar vergaderingen kunnen worden toegelaten;
- viii)
neemt zij de wijzigingen aan van de artikelen 5 tot en met 8;
- ix)
verricht zij iedere andere handeling die dienstig is ter verwezenlijking van de doelstellingen van de bijzondere Unie;
- x)
verricht zij alle overige taken, die in deze Overeenkomst besloten liggen.
b)
Aangaande de vraagstukken die eveneens andere door de Organisatie beheerde Unies raken, doet de Algemene Vergadering uitspraak na het advies van de Coördinatiecommissie van de Organisatie te hebben ingewonnen.
3)
a)
Elk land dat lid is van de Algemene Vergadering heeft één stem.
b)
Het quorum wordt gevormd door de helft van de landen die lid zijn van de Algemene Vergadering.
c)
Niettegenstaande het bepaalde onder b) kunnen, indien gedurende een zitting het aantal vertegenwoordigde landen kleiner is dan de helft, maar gelijk aan of groter dan het derde deel van de landen die lid zijn van de Algemene Vergadering, door die Vergadering besluiten worden genomen; evenwel worden besluiten van de Algemene Vergadering, met uitzondering van die welke haar eigen procedure betreffen, eerst van kracht, nadat aan de hierna vermelde voorwaarden is voldaan. Het Internationale Bureau brengt de hier bedoelde besluiten ter kennis van de landen, die lid zijn van de Algemene Vergadering, die niet vertegenwoordigd waren en verzoekt hun binnen een termijn van drie maanden, te rekenen van de datum van de bedoelde kennisgeving, schriftelijk hun stem uit te brengen of hun onthouding kenbaar te maken. Indien na afloop van deze termijn het aantal landen dat op deze wijze zijn stem heeft uitgebracht of zijn onthouding heeft kenbaar gemaakt, tenminste gelijk is aan het aantal landen, dat aan het quorum der vergadering ontbrak, worden bedoelde besluiten van kracht, aangenomen dat tezelfdertijd de vereiste meerderheid is bereikt.
d)
Onverminderd het bepaalde in artikel 8, tweede lid, worden de besluiten van de Algemene Vergadering genomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen.
e)
Onthouding geldt niet als stem.
f)
Een afgevaardigde kan slechts één enkel land vertegenwoordigen en kan slechts uit naam van dit land zijn stem uitbrengen.
g)
De landen van de bijzondere Unie, die geen lid zijn van de Algemene Vergadering, kunnen haar bijeenkomsten bijwonen als waarnemers.
4)
a)
De Algemene Vergadering komt eenmaal in de twee jaar in gewone zitting bijeen op uitnodiging van de Directeur-Generaal ingevolge een verzoek van een vierde van de landen, die lid zijn van de Algemene Vergadering.
c)
Voor elke zitting wordt de agenda opgesteld door de Directeur-Generaal.
5)
De Algemene Vergadering stelt haar reglement van orde vast.