Einde inhoudsopgave
Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015
Artikel 23c
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
17-11-2021, Stb. 2021, 570 (uitgifte: 26-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2021, Stb. 2021, 601 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
1.
Het verzoek, bedoeld in artikel 27, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de wet, betreffende de vervreemding van een verhuurd gebouw dat een maatschappelijke gebruiksbestemming heeft als bedoeld in artikel 45, tweede lid, onderdeel d, van de wet, of een verhuurd gebouw met een zorgfunctie als bedoeld in bijlage 2 bij dit besluit, dat functioneel een eenheid vormt met woongelegenheden als bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdeel d, van de wet, gaat vergezeld van:
- a.
een uiteenzetting van het belang van de volkshuisvesting van het ter goedkeuring voorgelegde besluit;
- b.
de ontwerpkoopovereenkomst die de toegelaten instelling voornemens is met de beoogde verkrijger te sluiten;
- c.
een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van de beoogde verkrijger, tenzij deze een dochtermaatschappij van de vervreemdende toegelaten instelling is;
- d.
de zienswijze van de gemeente waar dat gebouw is gelegen en van de huurder; en
- e.
de getaxeerde marktwaarde van dat gebouw.
2.
Het verzoek gaat, tenzij de beoogde verkrijger een dochtermaatschappij van de vervreemdende toegelaten instelling is, tevens vergezeld van bescheiden waaruit blijkt dat dit gebouw:
- a.
gedurende ten minste vier weken te koop is aangeboden aan de huurder; en
- b.
gedurende ten minste vier weken in het openbaar te koop aangeboden aan elke gegadigde, tenzij de toegelaten instelling 5% of meer van de aandelen van de beoogde verkrijger houdt.
3.
Uit de bescheiden, bedoeld in het tweede lid, volgen, voor zover van toepassing, de afwegingen die ertoe hebben geleid dat niet aan de huurder is vervreemd.