NJB 2016/1566
In geval in een procedure over een omgevingsvergunning wordt aangevoerd dat de bestemmingsregeling in strijd is met een provinciale verordening, dient de bestemmingsregeling slechts onverbindend te worden geacht of buiten toepassing te worden gelaten, indien die evident in strijd is met de hogere regeling
ABRvS 17-08-2016, ECLI:NL:RVS:2016:2235
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
17 augustus 2016
- Magistraten
Mrs. Van Buuren, Hoekstra, Steendijk
- Zaaknummer
201507141/1/A1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Omgevingsrecht / Inrichtingen en vergunningen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:2235, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 17‑08‑2016
- Wetingang
(art. 2.10 lid 1 onder c Wabo; art. 4.1 WRO)
Essentie
In geval in een procedure over een omgevingsvergunning wordt aangevoerd dat de bestemmingsregeling in strijd is met een provinciale verordening, dient de bestemmingsregeling slechts onverbindend te worden geacht of buiten toepassing te worden gelaten, indien die evident in strijd is met de hogere regeling
Partij(en)
Uitspraak op het hoger beroep van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Aprisco B.V. , de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Jumbo Supermarkten B.V., [appellant A], handelend onder de namen [bedrijf A] en [bedrijf B], en [appellante B], onderscheidenlijk gevestigd te Assen, Veghel, Nijkerk en Veghel, vs. de uitspraak van Rechtbank Gelderland van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.