Einde inhoudsopgave
Paspoortwet
Artikel 2 [Soorten reisdocumenten]
Geldend
Geldend van 02-08-2021 tot 01-03-2027
- Bronpublicatie:
14-07-2021, Stb. 2021, 351 (uitgifte: 16-07-2021, kamerstukken: 35552)
- Inwerkingtreding
02-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-07-2021, Stb. 2021, 353 (uitgifte: 16-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Reisdocumenten van het Koninkrijk der Nederlanden zijn:
- a.
nationaal paspoort;
- b.
diplomatiek paspoort;
- c.
dienstpaspoort;
- d.
reisdocument voor vluchtelingen;
- e.
reisdocument voor vreemdelingen;
- f.
nooddocument: laissez-passer of noodpaspoort;
- g.
andere reisdocumenten, bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur vast te stellen.
2.
Identiteitskaarten van het Europese deel van Nederland zijn de Nederlandse identiteitskaart en de vervangende Nederlandse identiteitskaart. Hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald ten aanzien van reisdocumenten is van overeenkomstige toepassing op de Nederlandse identiteitskaart en de vervangende Nederlandse identiteitskaart, tenzij anders is bepaald.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur wordt van de in het eerste en tweede lid bedoelde documenten de geldigheidsduur en het model vastgesteld. Van de in het eerste lid bedoelde reisdocumenten wordt bij algemene maatregel van rijksbestuur tevens de territoriale geldigheid vastgesteld.
4.
Onze Minister draagt zorg voor de vervaardiging van de in het eerste en tweede lid bedoelde documenten.
5.
Elk reisdocument blijft na uitreiking rijkseigendom. Onze Minister oefent het eigendomsrecht uit.