Einde inhoudsopgave
Waterschapswet
Artikel 122i [Forfaitaire heffingsmaatstaf bedrijfsruimte]
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2007
- Bronpublicatie:
21-05-2007, Stb. 2007, 208 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30601)
- Inwerkingtreding
29-12-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2007, Stb. 2007, 581 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Waterschapsbelastingen
Staatsrecht / Decentralisatie
Milieubelastingen (V)
1.
In afwijking van artikel 122g wordt de vervuilingswaarde van de stoffen, die vanuit een bedrijfsruimte worden afgevoerd, gesteld op drie vervuilingseenheden indien door de heffingplichtige aannemelijk is gemaakt dat die vervuilingswaarde minder dan vijf vervuilingseenheden bedraagt en op één vervuilingseenheid indien door de heffingplichtige aannemelijk is gemaakt dat die één vervuilingseenheid of minder bedraagt.
2.
In afwijking van artikel 122g wordt de vervuilingswaarde van de stoffen die worden afgevoerd vanuit een bedrijfsruimte of een onderdeel van een bedrijfsruimte bestemd om in het kader van de uitoefening van een beroep of een bedrijf onder een permanente opstand van glas of kunststof gewassen te telen, gesteld op drie vervuilingseenheden per hectare vloeroppervlak waarop onder glas of kunststof wordt geteeld en per deel van een hectare vloeroppervlak een evenredig deel van drie vervuilingseenheden.
3.
Indien in de loop van het kalenderjaar het gebruik van een in het tweede lid bedoelde bedrijfsruimte of onderdeel van een bedrijfsruimte dan wel van een deel daarvan door de gebruiker aanvangt of eindigt, wordt hij in dat kalenderjaar voor die bedrijfsruimte, voor een evenredig gedeelte aan de heffing onderworpen.
4.
Een vervuilingswaarde voor de bedrijfsruimte of het onderdeel van de bedrijfsruimte, berekend op basis van het tweede of derde lid van minder dan vijf vervuilingseenheden, wordt op drie vervuilingseenheden, en van één of minder dan één vervuilingseenheid op één vervuilingseenheid gesteld.