Hof Arnhem-Leeuwarden, 13-11-2017, nr. WAHV 200.176.817
ECLI:NL:GHARL:2017:9855
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
13-11-2017
- Zaaknummer
WAHV 200.176.817
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2017:9855, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 13‑11‑2017; (Hoger beroep)
Uitspraak 13‑11‑2017
Inhoudsindicatie
Parkeerverbodszone. Het bord 'parkeergelegenheid met betaald parkeren' houdt niet in dat met een parkeerkaartje in een betaald parkeren zone mag worden geparkeerd buiten de daartoe aangewezen parkeervakken.
Partij(en)
WAHV 200.176.817
13 november 2017
CJIB 181656062
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel
van 3 september 2015
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [A] .
De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing ongegrond verklaard.
Het procesverloop
De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
Beoordeling
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “Parkeren in strijd met parkeerverbod/parkeerverbodszone (bord E1)”, welke gedraging zou zijn verricht op6 mei 2014 om 10.03uur op de Smutsstraat te Hengelo met het voertuig met het kenteken [00-YY-YY] .
De betrokkene stelt zich op het standpunt dat de kantonrechter zich in zijn oordeel ten onrechte heeft gebaseerd op de door de officier van justitie overgelegde situatieschets van Google Maps Streetview van de De La Reystraat. De vermeende gedraging heeft immers plaatsgevonden op de Smutsstraat, welke niet eens grenst aan de De La Reystraat. De betrokkene heeft verder aangevoerd dat hij wel een parkeerkaartje heeft gekocht.
3. De gedraging betreft een overtreding van artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) in verbinding met het bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.Artikel 62 van het RVV 1990 luidt:
“Weggebruikers zijn verplicht gevolg te geven aan de verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden.”
Bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 duidt een algeheel parkeerverbod aan.
4. Artikel 65 van het RVV 1990 luidt:
“1. (…)
2. De verkeersborden E1, E2 en E3 van bijlage I gelden slechts voor de zijde van de weg alwaar zij zijn geplaatst.
3. Het parkeren van een voertuig (…) is echter toegestaan op de daartoe bestemde weggedeelten.”
5. Artikel 66, tweede lid, van het RVV 1990 luidt:
“Indien boven een verkeersbord het woord «zone» is aangebracht zonder aanduiding van het gebied van de zone, geldt het verkeersbord in een gebied dat wordt begrensd door het verkeersbord en een of meer in samenhang met dat verkeersbord geplaatste borden waarmee het einde van de zone wordt aangeduid.”
6. Naast de in de inleidende beschikking vermelde gegevens, houdt de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB onder meer het volgende in:
“Boven het verkeersbord was het woord "zone" aangebracht als omschreven in artikel 66 RVV 1990. Het voertuig stond niet op een als zodanig aangegeven parkeerplaats cq parkeervak.”
7. Door de vertegenwoordiger van de CVOM is ter zitting van de kantonrechter een afbeelding van Google Maps Streetview overgelegd, waarop te zien is dat er aan de rechterzijde van de De La Reystraat middels bebording wordt aangegeven dat er vanaf dat moment een betaald parkeren zone en parkeerverbodszone ingaat. Met de betrokkene kan worden vastgesteld dat deze afbeelding op zichzelf niet de conclusie kan rechtvaardigen dat ter plaatse waar de betrokkene zijn voertuig heeft geparkeerd, de Smutsstraat, een parkeerverbodszone geldt. De kantonrechter heeft dit echter ook niet aan zijn beslissing ten grondslag gelegd, de overweging van de kantonrechter betreft slechts een weergave van het standpunt van de officier van justitie.
8. Het hof is van oordeel dat op basis van de verklaring van de verbalisant voldoende is komen vast te staan dat ter plaatse aan de Smutsstraat een parkeerverbodszone geldt. Binnen de parkeerverbodszone is sprake van een betaald parkeren zone. Dit wordt ook door de betrokkene erkend. In tegenstelling tot hetgeen de betrokkene kennelijk meent, houdt het bord "parkeergelegenheid met betaald parkeren" echter niet in dat met een parkeerkaartje in een betaald parkeren zone mag worden geparkeerd buiten de daartoe aangewezen parkeervakken. Uit de tekst van artikel 65, derde lid, van het RVV 1990 volgt dat het parkeren op daartoe bestemde weggedeelten een uitzondering is op het algehele parkeerverbod van het bord E1. Dit betekent dat slechts parkeren binnen de daartoe aangewezen parkeervakken, in het onderhavige geval in de vakken bestemd voor betaald parkeren, is toegestaan. Nu betrokkene niet betwist dat het voertuig van de betrokkene buiten de vakken geparkeerd stond, is naar de overtuiging van het hof komen vast te staan dat de gedraging is verricht. De omstandigheid dat de betrokkene een parkeerkaartje had gekocht, doet daaraan niet af. Derhalve is de sanctie terecht opgelegd.
9. Gelet op het vorenstaande zal het hof de beslissing van de kantonrechter bevestigen.
Beslissing
Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Verstraaten als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.