Notawisseling tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Italië bij het Europees Verdrag betreffende uitlevering
Nr. I
Geldend
Geldend vanaf 30-12-1993
- Bronpublicatie:
21-12-1993, Trb. 1994, 21 (uitgifte: 14-01-1994, regelingnummer: 918 142/1141)
- Inwerkingtreding
30-12-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-1993, Trb. 1994, 21 (uitgifte: 14-01-1994, regelingnummer: 918 142/1141)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
Nr. 918
Note verbale
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt haar complimenten aan aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken en heeft de eer voor te stellen dat het Europese Verdrag inzake Uitlevering van 13 december 1957, overeenkomstig artikel 27, vierde lid, ook wordt uitgebreid tot de Nederlandse Antillen en Aruba en dat de verklaringen en voorbehouden die gelden ten aanzien van de betrekkingen tussen het Koninkrijk der Nederlanden — voor wat Nederland aangaat — en de Republiek Italië, ook worden toegepast op de betrekkingen tussen de Republiek Italië en het Koninkrijk der Nederlanden — voor wat de Nederlandse Antillen en Aruba aangaat — en dat voorts de verklaring ten aanzien van de artikelen 6 en 21, zoals deze is afgelegd door het Koninkrijk der Nederlanden bij de bekrachtiging van het Verdrag op 14 februari 1969 en is gewijzigd op 14 oktober 1987, alleen kan worden toegepast op de Nederlandse Antillen en Aruba — voor wat de uitlevering van Nederlandse staatsburgers aangaat — wanneer het Europese Verdrag inzake de Overbrenging van Veroordeelde Personen, dat op 21 maart 1983 is ondertekend, van toepassing wordt op de Nederlandse Antillen en Aruba.
Indien de Regering van de Italiaanse Republiek bovenstaand voorstel aanvaardbaar acht zou onze vertegenwoordiging willen voorstellen dat deze diplomatieke nota en het antwoord van Uw Ministerie, indien positief, de regeling van artikel 27, vierde lid, van het Verdrag bevat, die zeven dagen na de datum waarop deze Ambassade antwoord heeft ontvangen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van kracht zal worden.
In afwachting van Uw beslissing maakt de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken nogmaals haar gevoelens van de meeste hoogachting aan te bieden.
Rome, 8 juni 1993
Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken
Directie Verdragen
en Wetgevende Aangelegenheden — Bureau II
Rome