V-N 2017/8.26
Dubbele schending gelijkheidsbeginsel bij verhuurderheffing in situaties van mede-eigendom volgens A-G
HR (A-G) 28-12-2016, ECLI:NL:PHR:2016:1374, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
28 december 2016
- Zaaknummer
16/04098
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925564:1
- Vakgebied(en)
Verhuurderheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:846, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1374, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑12‑2016
Essentie
Volgens Advocaat-generaal Wattel werkt de verhuurderheffing onredelijk uit in situaties van mede-eigendom.
Samenvatting
Belanghebbende, X, is met twee broers voor gelijke delen mede-eigenaar van 13 gereguleerde huurwoningen. De WOZ-beschikkingen voor alle 13 woningen zijn aan X bekendgemaakt, waardoor hij belastingplichtig is voor de verhuurderheffing en deze heffing is verschuldigd over de gemiddelde huurwaarde van drie woningen (na aftrek van de heffingsvrije voet voor 10 woningen). X voldoet voor 2013 een bedrag van € 77 aan verhuurderheffing, maar gaat vervolgens in bezwaar en beroep. Door woningen in mede-eigendom uitsluitend in aanmerking te nemen bij degene aan wie de gemeente toevallig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.