Einde inhoudsopgave
Aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb)
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 05-03-2009
- Bronpublicatie:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Inwerkingtreding
05-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
De Mededingingswet wordt als volgt gewijzigd:
- A.
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
De onderdelen j en l vervallen, onder verlettering van de onderdelen k, m, n, o en p tot respectievelijk j, k, l, m en n.
- 2.
In onderdeel m (nieuw) wordt ‘onderdelen m en n’ vervangen door: onderdelen k en l.
- Aa.
In artikel 49a, tweede en derde lid, wordt ‘boete’ telkens vervangen door: bestuurlijke boete.
- Ab.
In artikel 54a wordt ‘in verband met de uitvoering van de artikelen 60, 61, 62, 78 en 79’ vervangen door: in verband met het opleggen van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom.
- B.
Artikel 56 komt te luiden:
Artikel 56
1
Ingeval van overtreding van artikel 6, eerste lid, of van artikel 24, eerste lid, kan de raad de overtreder:
- a.
een bestuurlijke boete opleggen;
- b.
een last onder dwangsom opleggen;
- c.
een bindende aanwijzing tot naleving van deze wet opleggen.
2
Ingeval van overtreding van een bindende aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, onder c, kan de raad de overtreder een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom opleggen.
- C.
Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid komt te luiden:
1
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 450 000 of, indien dat meer is, ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming dan wel, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking. Indien op grond van artikel 5.0.1, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht toepassing is gegeven aan artikel 51, tweede lid, onder 2°, van het Wetboek van Strafrecht, bedraagt voor de daar bedoelde overtreder de bestuurlijke boete ten hoogste € 450 000.
- 2.
Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.
- D.
Artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid komt te luiden:
1
Aan een last onder dwangsom kunnen voorschriften worden verbonden inzake het verstrekken van gegevens aan de raad.
- 2.
Het derde lid vervalt.
- E.
De artikelen 59, 60 en 61 worden vervangen door:
Artikel 59
1
Indien de raad na afloop van het onderzoek een redelijk vermoeden heeft dat een overtreding als bedoeld in artikel 56 is begaan en dat daarvoor een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom dient te worden opgelegd, doet hij een rapport als bedoeld in artikel 5.4.2.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht opmaken.
2
Voor zover het rapport strekt ter voorbereiding van het opleggen van een last onder dwangsom, is afdeling 5.4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
3
Van hetgeen mondeling naar voren is gebracht bij het geven van een zienswijze ten aanzien van het rapport wordt een verslag gemaakt.
- F.
In artikel 59a, eerste lid, wordt ‘boete’ telkens vervangen door: bestuurlijke boete.
- G.
Artikel 62 komt te luiden:
Artikel 62
In afwijking van artikel 5.4.2.4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, beslist de raad omtrent het opleggen van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom binnen acht maanden na dagtekening van het rapport.
- H.
Artikel 63 komt te luiden:
Artikel 63
De werking van een beschikking als bedoeld in artikel 56 wordt, voor zover daarbij een bestuurlijke boete wordt opgelegd, opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.
- I.
Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste en vijfde lid vervallen onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot eerste tot en met derde lid.
- 2.
In het eerste lid wordt ‘De in het eerste lid bedoelde verjaringstermijn’ vervangen door: De vervaltermijn, bedoeld in artikel 5.4.1.6 van de Algemene wet bestuursrecht.
- 3.
In het tweede en derde lid wordt ‘verjaringstermijn’ telkens vervangen door: vervaltermijn.
- 4.
In het derde lid wordt ‘ingevolge het vijfde lid’ vervangen door: ingevolge artikel 5.4.1.6, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
- J.
In artikel 65, eerste lid, wordt ‘Een beschikking als bedoeld in artikel 62, eerste lid,’ vervangen door: Een beschikking waarbij een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 56 wordt opgelegd.
- K.
In artikel 66, tweede lid, wordt ‘belanghebbenden’ vervangen door ‘de overtreder’ en wordt ‘hun zienswijze’ vervangen door: zijn zienswijze.
- Ka.
Het opschrift van paragraaf 5 van hoofdstuk 7 komt luiden:
§ 5. Invordering van de bestuurlijke boete
- L.
Artikel 67 komt te luiden:
Artikel 67
Een bestuurlijke boete wordt betaald binnen dertien weken nadat de beschikking waarbij de bestuurlijke boete is opgelegd, bekend is gemaakt.
- M.
Artikel 68 komt te luiden:
Artikel 68
Verzet schorst de tenuitvoerlegging van een dwangbevel dat strekt tot invordering van de bestuurlijke boete.
- N.
Artikel 68a wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste, tweede en vierde lid wordt ‘boete’ telkens vervangen door: bestuurlijke boete.
- 2.
In het eerste lid wordt ‘de in artikel 67, derde lid, bedoelde termijn’ vervangen door: de in artikel 4.4.4.1.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde termijn.
- O.
Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid wordt ‘boete’ vervangen door: bestuurlijke boete.
- 2.
Het tweede en vierde lid vervallen onder vernummering van het derde tot tweede lid.
- P.
In artikel 70 vervallen het tweede en derde lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.
- Q.
Artikel 70a komt te luiden:
Artikel 70a
De raad kan ingeval van overtreding van artikel 25b, eerste of tweede lid, of van artikel 25e, eerste volzin, de overtreder:
- a.
een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 450 000 of, indien dat meer is, van ten hoogste 1% van de omzet van de onderneming dan wel, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking;
- b.
een last onder dwangsom opleggen.
- R.
Artikel 70b wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid komt te luiden:
1
De raad kan degene, die een verzegeling als bedoeld in artikel 54, eerste lid, verbreekt, opheft of beschadigt, of de door de verzegeling bedoelde afsluiting op andere wijze verijdelt, een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 450 000 of, indien dat meer is, van ten hoogste 1% van de omzet van de onderneming dan wel, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking.
- 2.
Het tweede en vierde lid vervallen onder vernummering van het derde tot tweede lid.
- S.
Artikel 71 komt te luiden:
Artikel 71
Indien op grond van artikel 40, tweede lid, of van artikel 46, tweede lid, aan een ontheffing als in het desbetreffende artikel bedoeld verbonden voorschriften niet worden nageleefd, kan de raad de overtreder een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 450 000 of, indien dat meer is, van ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming dan wel, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking.
- T.
Artikel 72 komt te luiden:
Artikel 72
De raad kan degene die, in strijd handelt met artikel 43, een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 450 000 of, indien dat meer is, van ten hoogste 1% van de omzet van de onderneming dan wel, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking.
- U.
Artikel 73 komt te luiden:
Artikel 73
De raad kan degene die onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt bij een melding van een concentratie op grond van artikel 34 of bij een aanvraag om een vergunning voor het tot stand brengen van een concentratie als bedoeld in artikel 41, eerste lid, een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 450 000 of, indien dat meer is, van ten hoogste 1% van de omzet van de onderneming dan wel, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking.
- V.
Artikel 74 komt te luiden:
Artikel 74
De raad kan ingeval van overtreding van:
- 1°
- 2°
artikel 39, tweede lid, onder a of b,
- 3°
artikel 40, derde lid, onder a of b,
- 4°
- 5°
artikel 46, derde of vierde lid, de overtreder,
- a.
een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 450 000 of, indien dat meer is, van ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming dan wel, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking;
- b.
een last onder dwangsom opleggen.
- W.
Artikel 75 komt te luiden:
Artikel 75
Indien op grond van artikel 37, vierde lid, opgelegde voorwaarden niet worden nageleefd of op grond van artikel 41 aan een vergunning verbonden voorschriften niet worden nageleefd, kan de raad de overtreder:
- a.
een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 450 000 of, indien dat meer is, van ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming dan wel, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking;
- b.
een last onder dwangsom opleggen.
- X.
Artikel 75a komt te luiden:
Artikel 75a
Indien op grond van artikel 5.0.1, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht bij overtredingen als bedoeld in de artikelen 69, 70a, 70b en 71 tot en met 75 toepassing is gegeven aan artikel 51, tweede lid, onder 2°, van het Wetboek van Strafrecht, bedraagt voor de daar bedoelde overtreder de bestuurlijke boete ten hoogste € 450 000.
- Y.
Artikel 76 komt te luiden:
Artikel 76
Artikel 57, tweede lid, is van toepassing ten aanzien van het opleggen van een bestuurlijke boete op grond van artikel 69, eerste lid, 70a, 70b, 71, 72, 73, 74, 75 of 75a.
- Ya.
In artikel 76a wordt ‘de natuurlijke persoon of de rechtspersoon aan wie de overtreding kan worden toegerekend’ vervangen door: de overtreder.
- Z.
De artikelen 77, 78 en 79 worden vervangen door:
Artikel 77
1
Indien een ambtenaar als bedoeld in artikel 52, eerste lid, vaststelt dat een overtreding als bedoeld in artikel 69, eerste lid, 70a, eerste lid, 70b, eerste lid, 71, 72, 73, 74, eerste lid, 75, eerste lid, of 76a, is begaan, maakt hij daarvan een rapport als bedoeld in artikel 5.4.2.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op.
2
Voor zover het rapport strekt ter voorbereiding van het opleggen van een last onder dwangsom, is afdeling 5.4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
- AA.
In artikel 77a, eerste lid, wordt ‘boete’ telkens vervangen door: bestuurlijke boete.
- BB.
De artikelen 80 en 81 worden vervangen door:
Artikel 80
De artikelen 63, 67, 68 en 68a zijn van toepassing op de in dit hoofdstuk bedoelde bestuurlijke boete.
- CC.
Artikel 82 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste, tweede en vijfde lid vervallen onder vernummering van het derde en vierde lid tot eerste en tweede lid.
- 2.
In het eerste lid wordt ‘De verjaringstermijn’ vervangen door: De vervaltermijn, bedoeld in artikel 5.4.1.6 van de Algemene wet bestuursrecht.
- 3.
In het tweede lid wordt ‘verjaringstermijn’ vervangen door: vervaltermijn.
- DD.
Artikel 82a komt te luiden:
Artikel 82a
De bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 70a vervalt vijf jaren nadat de overtreding is begaan.
- EE.
Artikel 83 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het tweede lid wordt ‘de natuurlijke persoon of rechtspersoon, aan wie de overtreding voorshands kan worden toegerekend’ vervangen door: de overtreder.
- 2.
Het derde lid komt te luiden:
3
Afdeling 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing op de voorlopige last onder dwangsom.
- FF.
Artikel 84 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid wordt ‘de belanghebbenden’ vervangen door: de overtreder.
- 2.
In het tweede lid wordt ‘belanghebbenden’ vervangen door: de overtreder.
- GG.
Artikel 85 komt te luiden:
Artikel 85
De voorlopige last vervalt in ieder geval:
- a.
indien niet binnen zes maanden nadat de beschikking is gegeven een rapport als bedoeld in artikel 5.4.2.1 van de Algemene wet bestuursrecht is opgemaakt, op het tijdstip waarop die zes maanden zijn verstreken;
- b.
indien binnen de onder a bedoelde termijn het rapport is opgemaakt, zodra een beschikking is gegeven waarbij een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom wordt opgelegd.
- GGa.
In artikel 92, eerste lid, wordt ‘als bedoeld in artikel 62, eerste lid,’ vervangen door: omtrent het opleggen van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom.
- HH.
Artikel 93a wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het derde lid komt te luiden:
3
Ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde vergoedingen is, voor zover al niet van toepassing, titel 4.4 met uitzondering van de artikelen 4.4.1.1 en 4.4.1.11 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
- 2.
Het vierde lid komt te luiden:
4
Het verschuldigde bedrag kan worden ingevorderd bij dwangbevel. Artikel 68 is van overeenkomstige toepassing.
- II.
Artikel 93b vervalt.