NJ 1959/353
Waarneming van snelheid, waarmee de bestuurder van een auto rijdt.
HR 10-03-1959, ECLI:NL:HR:1959:90, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 maart 1959
- Magistraten
Mrs. van der Meulen, Feber, van Berckel, Westerouen van Meeteren, Kazemier [Rapp.]
- Zaaknummer
[10031959/NJ_1959-353]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS137652:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1959:90, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑03‑1959
- Wetingang
(Sv art. 344.)
Essentie
Waarneming van snelheid, waarmee de bestuurder van een auto rijdt.
Samenvatting
Het feit, dat de bestuurder van een auto rijdt met een snelheid van 70 km p. u., kan door een opsporingsambtenaar op zodanige wijze op grond van feiten of omstandigheden, door hemzelf waargenomen of ondervonden, worden vastgesteld, dat hij gezegd kan worden dit feit te hebben waargenomen. Mitsdien kan uit de omstandigheid, dat de Rb. datgene, hetwelk de verbalisant in zijn p.v. vermeldde met betrekking tot de snelheid, waarmede de bestuurder van de auto reed, zakelijk relateerde met de woorden, dat de verbalisant heeft „waargenomen" dat de bestuurder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.