NJ 2010, 192
Maatstaf voor afzien van nadere oproeping niet verschenen getuige na bevel ex art. 315 Sv.
HR 22-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ3295, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 december 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, C.H.W.M. Sterk, M.A. Loth
- Zaaknummer
S 07/13488
- Conclusie
A-G Vellinga
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
BJ3295
- JCDI
JCDI:ADS161183:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ3295, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑12‑2009
- Wetingang
Essentie
Het Hof had de oproeping bevolen van een daags voor de zitting door de verdediging opgegeven getuige, welk bevel had te gelden als een bevel als bedoeld in art. 315 Sv. Nu die getuige op de volgende zitting niet was verschenen, kon het Hof slechts van nadere oproeping afzien op de gronden genoemd in art. 288 lid 1 Sv.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 2 oktober 2007, nummer 20/003765-06, in de strafzaak tegen: B.E. Adv. mr. G.J.A van de Grindt, te 's-Hertogenbosch ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.