Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 98 Eigen vermogen voor beleggingsondernemingen op geconsolideerde basis
Geldend
Geldend van 28-06-2013 tot 26-06-2026
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 575/2013)
- Inwerkingtreding
28-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 575/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Voor in artikel 95, lid 1, bedoelde beleggingsondernemingen in een groep, indien er geen kredietinstellingen tot deze groep behoren, past een moederbeleggingsonderneming in een lidstaat artikel 92 op geconsolideerd niveau als volgt toe:
- a)
berekening van het totaal van de risicoposten op basis van artikel 95, lid 2;
- b)
berekening van het eigen vermogen op basis van de geconsolideerde situatie van de moederbeleggingsonderneming of die van de financiële holding of de gemengde financiële holding, naar gelang het geval.
2.
Voor in artikel 96, lid 1, bedoelde beleggingsondernemingen in een groep, indien er geen kredietinstellingen tot deze groep behoren, passen een moederbeleggingsonderneming in een lidstaat en een beleggingsonderneming die onder zeggenschap van een financiële holding of een gemengde financiële holding staat, artikel 92 op geconsolideerde basis als volgt toe:
- a)
berekening van het totaal van de risicoposten op basis van artikel 96, lid 2;
- b)
berekening van het eigen vermogen op basis van de geconsolideerde situatie van de moederbeleggingsonderneming of van die van de financiële holding of de gemengde financiële holding, naargelang van het geval, en overeenkomstig deel 1, titel II, hoofdstuk 2.