NJ 2021/299
Profijtontneming: voordeel uit witwassen.
HR 06-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1077, m.nt. W.H. Vellinga
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juli 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/04671 P
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS291918:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1077, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:671, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑10‑2020
- Wetingang
Art. 36e, 420bis-420quater lid 1 Sr
Essentie
Profijtontneming: voordeel uit witwassen.
De HR wijdt (voorafgaande) beschouwingen aan de vraag of en, zo ja, op welke wijze na een veroordeling wegens witwassen (waaronder is begrepen gewoontewitwassen en eenvoudig witwassen) ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel cfm. art. 36e Sr kan plaatsvinden. I.c. is ’s hofs oordeel dat de betrokkene d.m.v. het bewezenverklaarde witwassen € 216.904,28 aan wederrechtelijk voordeel heeft verkregen, niet zonder meer begrijpelijk. Uit het doen van betalingen door de betrokkene volgt nog niet dat de contante geldbedragen die hij voorhanden had, in omvang zijn toegenomen en daarmee voordeel voor hem hebben opgeleverd, terwijl ook anderszins geen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.