Einde inhoudsopgave
Reglement rijbewijzen
Artikel 153c
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2011
- Bronpublicatie:
08-11-2010, Stb. 2010, 777 (uitgifte: 23-11-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-11-2011, Stb. 2011, 527 (uitgifte: 18-11-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I, onderdelen AA t/m DD, en GG t/m OO, III en IV, van de Wet van 04-06-2010, Stb. 259.
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
Indien een rijbewijs dat op grond van artikel 134, tweede lid, van de wet voor ongeldigverklaring in aanmerking komt, niet ongeldig kan worden verklaard omdat het zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur of omdat het reeds van rechtswege ongeldig is geworden op grond van artikel 123b van de wet, plaatst het CBR in het rijbewijzenregister een aantekening waaruit blijkt dat ten aanzien van de houder bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs voor iedere rijbewijscategorie waarvoor op grond van de uitslag van het in artikel 131, eerste lid, van de wet bedoelde onderzoek, al naar gelang de aard van het onderzoek, hetzij een verklaring van geschiktheid en een verklaring van rijvaardigheid, hetzij een verklaring van geschiktheid moet zijn geregistreerd overeenkomstig de daarvoor vastgestelde regels.