Bestuurlijke boete, functiescheidingsvereiste

Documentgegevens:

CBb 07-08-2018, ECLI:NL:CBB:2018:413

Instantie: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum: 7 augustus 2018
Magistraten: Mrs. W.E. Doolaard, H.S.J. Albers en J.L. Verbeek
Zaaknummer: 17/1189
Vakgebied(en): Ondernemingsrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:CBB:2018:413, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 07‑08‑2018
Wetingang: Art. 2:96 Wft; art.10:3 Awb

Essentie

Geen grond voor ruimere strekking functiescheidingsvereiste dan in artikel 10:3 Awb is bepaald

Samenvatting

X (appellant) is bestuurder en enig aandeelhouder van X BV. X BV is bestuurder en enig aandeelhouder van Y BV. Y BV heeft op 16 maart 2012 een overeenkomst van opdracht gesloten met het Nederlands Horeca Fonds (NHF) op basis waarvan Y BV heeft bemiddeld en geassisteerd bij het aantrekken van financiering of te investeren vermogen voor een door het NHF uitgeschreven obligatielening. Bij besluit van 12 maart 2015 heeft AFM aan X een bestuurlijke boete van € 200.000 opgelegd wegens feitelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.