Einde inhoudsopgave
Protocol inzake strategische milieubeoordeling bij het Verdrag inzake milieu-effectrapportage in grensoverschrijdend verband
Bijlage II Andere in artikel 4, tweede lid, bedoelde projecten
Geldend
Geldend vanaf 11-07-2010
- Bronpublicatie:
21-05-2003, Trb. 2005, 13 (uitgifte: 25-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2010, Trb. 2010, 189 (uitgifte: 23-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieueffectrapportage
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1
Ruilverkavelingsprojecten.
2
Projecten voor het gebruik van niet in cultuur gebrachte gronden of semi-natuurlijke gebieden voor intensieve landbouw.
3
Waterbeheersingsprojecten voor landbouwdoeleinden, met inbegrip van irrigatie- en droogleggingsprojecten.
4
Intensieve veeteeltbedrijven (inclusief pluimvee).
5
Eerste bebossing of ontbossing met het oog op omschakeling naar een ander bodemgebruik.
6
Intensieve aquacultuur van vis.
7
Kerncentrales en andere kernreactoren1), met inbegrip van de ontmanteling of buitengebruikstelling van dergelijke centrales of reactoren (met uitzondering van onderzoekinstallaties voor de productie en verwerking van splijt- en kweekstoffen, met een constant vermogen van ten hoogste 1 thermische kilowatt), voor zover niet opgenomen in bijlage I.
8
Aanleg van bovengrondse elektrische leidingen met een spanning van 220 kilovolt of meer en een lengte van 15 kilometer of meer en andere projecten voor het transport van elektrische energie via bovengrondse leidingen.
9
Industriële installaties voor de productie van elektriciteit, stoom en warm water.
10
Industriële installaties voor het transport van gas, stoom en warm water.
11
Bovengrondse opslag van fossiele brandstoffen en aardgas.
12
Ondergrondse opslag van gasvormige brandstoffen.
13
Industrieel briketteren van steenkool en bruinkool.
14
Installaties voor de productie van hydro-elektrische energie.
15
Installaties voor de winning van windenergie voor de energieproductie (windturbineparken).
16
Installaties, voor zover niet opgenomen in bijlage I, ontworpen:
- —
voor de productie of de verrijking van splijtstoffen
- —
voor de verwerking van bestraalde splijtstoffen
- —
voor de definitieve verwijdering van bestraalde splijtstoffen
- —
uitsluitend voor de definitieve verwijdering van radioactief afval;
- —
uitsluitend voor de opslag (gepland voor meer dan tien jaar) van bestraalde splijtstoffen op een andere plaats dan het productieterrein, of
- —
voor de verwerking en opslag van radioactief afval.
17
Steengroeven, dagbouwmijnen en turfwinning, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
18
Ondergrondse mijnbouw, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
19
Winning van mineralen door afbaggering van de zee- of rivierbodem.
20
Diepboringen (met name geothermische boringen, boringen in verband met de opslag van kernafval, boringen voor watervoorziening), met uitzondering van boringen voor het onderzoek naar de stabiliteit van de grond.
21
Oppervlakte-installaties van bedrijven voor de winning van steenkool, aardolie, aardgas, ertsen en bitumineuze schisten.
22
Geïntegreerde hoogovenbedrijven voor de productie van ruwijzer en staal voor zover niet opgenomen in bijlage I.
23
Installaties voor de productie van ruwijzer of staal (primaire of secundaire smelting), met inbegrip van continugieten.
24
Installaties voor de verwerking van ferrometalen (warmwalsen, smeden met hamers, het aanbrengen van deklagen van gesmolten metaal).
25
Smelterijen van ferrometalen.
26
Installaties voor de winning van ruwe non-ferrometalen uit erts, concentraat of secundaire grondstoffen met metallurgische, chemische of elektrolytische procédés, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
27
Installaties voor het smelten, met inbegrip van het legeren, van non-ferrometalen, met uitzondering van edele metalen, inclusief terugwinningsproducten (affineren, vormgieten enz.), voor zover niet opgenomen in bijlage I.
28
Installaties voor oppervlaktebehandeling van metalen en plastic materiaal door middel van een elektrolytisch of chemisch procédé.
29
Automobielfabrieken en -assemblagebedrijven en fabrieken van automobielmotoren.
30
Scheepswerven.
31
Installaties voor de bouw en reparatie van luchtvaartuigen.
32
Spoorwegmaterieelfabrieken.
33
Uitstampen door middel van explosieven.
34
Installaties voor het roosten en sinteren van ertsen.
35
Cokesovenbedrijven (droge distillatie van steenkool).
36
Installaties voor de vervaardiging van cement.
37
Installaties voor de vervaardiging van glas, met inbegrip van glasvezels.
38
Installaties voor het smelten van minerale stoffen, met inbegrip van installaties voor de fabricage van mineraalvezels.
39
Fabricage van keramische producten door middel van bakken, met name dakpannen, bakstenen, vuurvaste stenen, tegels, aardewerk of porselein.
40
Installaties voor de productie van chemicaliën of behandeling van tussenproducten, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
41
Productie van bestrijdingsmiddelen en farmaceutische producten, verven en vernissen, elastomeren en peroxiden.
42
Opslaginstallaties voor aardolie, petrochemische of chemische producten, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
43
Vervaardiging van plantaardige en dierlijke oliën en vetten.
44
Conservenfabrieken voor dierlijke en plantaardige producten.
45
Zuivelfabrieken.
46
Bierbrouwerijen en mouterijen.
47
Suikerwaren- en siroopfabrieken.
48
Installaties voor het slachten van dieren.
49
Zetmeelfabrieken.
50
Vismeel- en visoliefabrieken.
51
Suikerfabrieken.
52
Industriële installaties voor de fabricage van pulp, papier en karton, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
53
Installaties voor de voorbehandeling of het verven van vezels of textiel.
54
Installaties voor het looien van huiden.
55
Installaties voor het produceren en bewerken van celstof.
56
Vervaardiging en behandeling van producten op basis van elastomeren.
57
Installaties voor de vervaardiging van kunstmatige minerale vezels.
58
Installaties voor de terugwinning of vernietiging van explosieve stoffen.
59
Installaties voor de productie van asbest en de fabricage van asbestproducten, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
60
Vilderijen.
61
Testbanken voor motoren, turbines of reactoren.
62
Permanente race- en testbanen voor gemotoriseerde voertuigen.
63
Pijpleidingen voor gas of olie, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
64
Pijpleidingen voor chemicaliën met een diameter van meer dan 800 mm en lengte van meer dan 40 km.
65
Aanleg van spoorwegen en faciliteiten voor de overlading tussen vervoerswijzen en van overladingsstations, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
66
Aanleg van tramlijnen, boven- en ondergrondse spoorwegen, zweefspoor en dergelijke bijzondere constructies, welke uitsluitend of overwegend voor personenvervoer zijn bestemd.
67
Aanleg van wegen inclusief verlegging en/of verbreding van bestaande wegen, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
68
Aanleg van havens en haveninstallaties, met inbegrip van visserijhavens, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
69
Aanleg van waterwegen en havens voor de binnenscheepvaart, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
70
Zeehandelshavens, met het land verbonden en buiten havens gelegen pieren voor lossen en laden, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
71
Werken inzake kanalisering en ter beperking van overstromingen (= floodrelief werken).
72
Bouw van luchthavens2) en vliegvelden, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
73
Afvalverwijderingsinstallaties (inclusief vuilstorting), voor zover niet opgenomen in bijlage I.
74
Installaties voor de verbranding of chemische behandeling van niet-gevaarlijk afval.
75
Opslag van schroot, met inbegrip van autowrakken.
76
Slibstortplaatsen.
77
Werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
78
Projecten voor de overbrenging van water tussen stroomgebieden.
79
Rioolwaterzuiveringsinstallaties.
80
Stuwdammen en andere installaties voor het stuwen of het voor de lange termijn of permanent opslaan van water, voor zover niet opgenomen in bijlage I.
81
Kustwerken om erosie te bestrijden en maritieme werken die de kust kunnen wijzigen door de aanleg van onder meer dijken, pieren, havenhoofden, en andere kustverdedigingswerken.
82
Aanleg van aquaducten over lange afstand.
83
Skihellingen, skiliften, gondels en bijbehorende voorzieningen.
84
Jachthavens.
85
Vakantiedorpen en hotelcomplexen buiten stedelijke zones met bijbehorende voorzieningen.
86
Permanente kampeer- en caravanterreinen.
87
Themaparken.
88
Industrieterreinontwikkeling.
89
Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen.
90
Landwinning uit zee.
Voetnoten
Voor de toepassing van dit Protocol houden kerncentrales en andere kernreactoren op zulke installaties te zijn wanneer alle splijtstoffen en andere radioactief besmette elementen permanent van de plaats van de installatie zijn verwijderd.
Voor de toepassing van dit Protocol wordt verstaan onder, ‘luchthaven’ een luchthaven die voldoet aan de omschrijving in het in 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Bijlage 14).