NJF 2011/174
Procesrecht. Gezag van gewijsde. Onrechtmatige daad.
Rb. 's-Gravenhage 09-03-2011, ECLI:NL:RBSGR:2011:BP7073
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum
9 maart 2011
- Magistraten
Mrs. M.W. van der Veen, J. Thomas, L. Voetelink
- Zaaknummer
461948 / HA ZA 10-1929
- LJN
BP7073
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBSGR:2011:BP7073, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 09‑03‑2011
- Wetingang
Rv art. 236, 150; BW art. 6:162
Essentie
Procesrecht. Gezag van gewijsde. Onrechtmatige daad.
Samenvatting
Het gaat hier om de, inmiddels landelijk bekende, zaak van de (toenmalige) advocaat van Chipshol tegen een rechter verbonden aan de Rechtbank Den Haag. In de onderhavige zaak wordt bij de feiten eerst de voorgeschiedenis van deze al langlopende kwestie uit de doeken gedaan. In de onderhavige zaak vordert eiser (de advocaat) jegens gedaagden (de rechter in kwestie, de toenmalige advocaat van de rechter en de Staat) een verklaring voor recht dat gedaagden jegens hem onrechtmatig hebben gehandeld en aansprakelijk zijn voor zijn schade. De eerste kwestie die beoordeeld wordt is de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.