Einde inhoudsopgave
Besluit Onderzoeksraad voor veiligheid
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
24-11-2021, Stb. 2021, 578 (uitgifte: 01-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2021, Stb. 2021, 581 (uitgifte: 02-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bestuur
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
Wanneer de raad onderzoek doet naar een scheepvaartongeval of -incident, waarbij een zeeschip is betrokken, en waarbij een andere staat een aanmerkelijk belang heeft, dan voert de raad het onderzoek uit in samenwerking met die staat, tenzij die staat daaraan geen medewerking verleent.
2.
Wanneer de raad onderzoek doet naar een scheepvaartongeval of -incident, waarbij een zeeschip is betrokken, en dat plaats heeft gevonden in wateren onder andere dan Nederlandse jurisdictie, wordt het onderzoek uitgevoerd in samenwerking met de tot die wateren bevoegde staat of, indien Aruba, Curaçao of Sint Maarten ten aanzien van die wateren bevoegd zijn, met Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten, tenzij die andere staat, Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten daaraan geen medewerking verlenen.
3.
In geval van samenwerking met een andere staat overlegt de raad met de daartoe bevoegde instantie van de staat of staten met een aanmerkelijk belang wie de leiding van een onderzoek op zich neemt. Totdat een andere staat de leiding overneemt, is de raad verantwoordelijk voor het onderzoek en de coördinatie met andere staten die een aanmerkelijk belang hebben.
4.
Het onderzoek naar een scheepvaartongeval, waarbij een ro-ro-passagiersschip of hogesnelheidspassagiersvaartuig is betrokken en waarvoor de raad een onderzoeksverplichting heeft, wordt in ieder geval door de raad geleid, totdat de raad met het daartoe bevoegde onderzoeksorgaan van de staat of staten met een aanmerkelijk belang overeenstemming bereikt welke staat de leiding van het onderzoek overneemt.
5.
Indien de raad de leiding heeft over een onderzoek naar een scheepvaartongeval, is samenwerking met een onderzoeksinstantie van een andere staat dan een lidstaat van de Europese Unie uitsluitend mogelijk onder de voorwaarden, gesteld in Richtlijn nr. 2009/18/EG van het Europees parlement en van de Raad van Europese Unie van 23 april 2009 tot vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen in de zeescheepvaartsector en tot wijziging van de Richtlijn 1999/35/EG van de Raad en Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 131).
6.
Indien een onderzoeksinstantie van een andere staat dan een lidstaat van de Europese Unie de leiding heeft over het onderzoek naar een scheepvaartongeval, is samenwerking door de raad met die onderzoeksinstantie uitsluitend mogelijk wanneer het onderzoek wordt uitgevoerd overeenkomstig de regels, gesteld in de Code of the International Standards and Recommended Practices for a Safety Investigation into a Marine Casualty or Marine Incident zoals vastgesteld bij resolutie MSC.255(84) van de International Maritime Organisation van 16 mei 2008.