V-N 2022/40.12
Geen overdrachtsbelasting verschuldigd bij splitsing holding tussen ruziënde broer en zus
Hof 's-Hertogenbosch 04-05-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1477, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
4 mei 2022
- Magistraten
P.C. van der Vegt, Hofland, Van Roij
- Zaaknummer
20/00795
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS661927:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2022:1477, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 04‑05‑2022
- Wetingang
art. 15 lid 1 onderdeel h Wet BRv 1970; art. 15 lid 1 onderdeel a Richtlijn 2009/133/EG; art. 5c lid 1 Uitv.besl. BRV
Essentie
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat het verdelen van de door A bv gehouden vermogensbestanddelen om te komen tot een ontvlechting tussen de (conflictueuze) relatie van de broer en zus als zelfstandig bevoegde bestuurders een zakelijk einddoel is. De belastingplichtige mag in dat kader het fiscaal gunstigste alternatief kiezen.
Samenvatting
Broer en zus bezitten ieder 50% van de aandelen in A bv. De broer exploiteert via een andere bv een juweliersbedrijf dat is gevestigd in een pand van B bv, een 100%-dochtervennootschap van A bv. De verhouding tussen de broer en de zus is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.