Einde inhoudsopgave
Wet bescherming klokkenluiders
Artikel 2d [Inrichting meldkanaal]
Geldend
Geldend vanaf 18-02-2023
- Bronpublicatie:
25-01-2023, Stb. 2023, 29 (uitgifte: 03-02-2023, kamerstukken: 35851)
- Inwerkingtreding
18-02-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-02-2023, Stb. 2023, 52 (uitgifte: 17-02-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Nationale ombudsman
Ambtenarenrecht / Algemeen
1.
Een bevoegde autoriteit richt voor het ontvangen en in behandeling nemen van een melding een meldkanaal in. Het meldkanaal biedt de mogelijkheid om, met het oog op de behandeling van een melding, informatie duurzaam op te slaan overeenkomstig de eisen gesteld in de artikelen 2a en 2b, met dien verstande dat voor ‘werkgever’ wordt gelezen ‘bevoegde autoriteit’, en in het register de meldingen van een schending van het Unierecht duidelijk onderscheiden worden.
2.
Een melder kan bij een meldkanaal in ieder geval op de volgende wijze een melding doen:
- a.
schriftelijk;
- b.
mondeling via de telefoon of andere spraakberichtsystemen, of
- c.
op zijn verzoek binnen een redelijke termijn door middel van een gesprek op een locatie.