Einde inhoudsopgave
Wet op de kansspelen
Artikel 35e
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2021
- Bronpublicatie:
20-02-2019, Stb. 2019, 127 (uitgifte: 27-03-2019, kamerstukken: 33996)
- Inwerkingtreding
01-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-01-2021, Stb. 2021, 45 (uitgifte: 04-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Kansspelbelasting (V)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De raad van bestuur kan in het kader van zijn taken genoemd in deze wet, een openbare waarschuwing uitvaardigen voordat hij een overtreding van de voorschriften vastgesteld bij of krachtens deze wet, heeft vastgesteld, indien dat redelijkerwijs noodzakelijk is om spelers snel en effectief te informeren over mogelijk schadeveroorzakend kansspelaanbod.
2.
Een kansspelaanbieder wordt uitsluitend met name genoemd in de openbare waarschuwing indien er sprake is van een reëel en acuut risico op benadeling van spelers en er sprake is van een redelijk vermoeden van overtreding. In de openbare waarschuwing komt duidelijk naar voren dat er nog geen sprake is van een door de raad van bestuur vastgestelde overtreding.
3.
De uitvaardiging van een openbare waarschuwing waarin een kansspelaanbieder met name wordt genoemd geschiedt niet eerder dan nadat vijf werkdagen zijn verstreken na de dag waarop het besluit tot het uitvaardigen van de openbare waarschuwing aan hem is bekend gemaakt, tenzij hij het besluit zelf heeft openbaar gemaakt, heeft doen openbaar maken of heeft aangegeven geen bedenkingen te hebben tegen eerdere openbaarmaking.
4.
Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de werking van het besluit opgeschort totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan of het verzoek is ingetrokken.
5.
Het besluit van de raad van bestuur tot het uitvaardigen van een openbare waarschuwing als bedoeld in het derde lid vermeldt behalve de naam van de vergunninghouder in ieder geval het mogelijk schadeveroorzakend kansspelaanbod, de inhoud van de openbaarmaking, de gronden waarop het besluit berust alsmede de wijze waarop en de termijn waarna de openbare waarschuwing zal worden uitgevaardigd.