Einde inhoudsopgave
Pensioenwet
Artikel 150p Financieel overbruggingsplan tijdens transitie
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
03-06-2023, Stb. 2023, 216 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken: 36067)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 218 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Een pensioenfonds dat naar verwachting zal overgaan op een collectieve waardeoverdracht als bedoeld in artikel 150m, kan in de periode tot die collectieve waardeoverdracht plaatsvindt, in afwijking van de artikelen 138, 139, of 140, eerste en derde lid, afzien van het jaarlijks indienen van een herstelplan en kan in plaats daarvan jaarlijks een concreet en haalbaar overbruggingsplan indienen dat voldoet aan de daarvoor gestelde voorwaarden.
2.
In afwijking van het eerste lid kan een pensioenfonds dat op 1 juli 2025 geen implementatieplan heeft ingediend bij de toezichthouder geen overbruggingsplan indienen voor de jaren 2025 en 2026.
3.
In het overbruggingsplan beschrijft het pensioenfonds de financiële situatie van het pensioenfonds in de periode tot het pensioenfonds overgaat tot collectieve waardeoverdracht maar uiterlijk op 1 januari 2027. Het uitgangspunt voor de beschrijving is de dekkingsgraad van het pensioenfonds op 31 december van enig jaar.
4.
Een pensioenfonds:
- a.
onderbouwt in het overbruggingsplan:
- 1°
waarom het vanuit het belang van deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden een overbruggingsplan indient;
- 2°
hoe de invaardekkingsgraad is vastgesteld;
- 3°
hoe de premiedekkingsgraad bijdraagt aan de financiële positie van het pensioenfonds;
- 4°
hoe zal worden voldaan aan de vereisten van het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen indien het pensioenfonds niet of niet meer gebruik maakt van de regeling voor overbruggingsplannen; en
- 5°
hoe het rekening heeft gehouden met generatie-effecten in termen van netto-profijt die ontstaan door het indienen van een overbruggingsplan, waarbij deze onderbouwing alleen wordt opgenomen in het eerste overbruggingsplan dat wordt ingediend voor het implementatieplan is ingediend en vervolgens in het eerste overbruggingsplan nadat het implementatieplan is ingediend; en
- b.
stelt informatie over het overbruggingsplan en de onderbouwing daarvan tijdig ter beschikking van de deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden of verstrekt deze informatie tijdig.
5.
6.
Het pensioenfonds heeft de goedkeuring nodig van het belanghebbendenorgaan voor elk voorgenomen besluit met betrekking tot de vaststelling van een overbruggingsplan. Artikel 115c, vijfde, achtste, negende en tiende lid, is van overeenkomstige toepassing.
7.
Voor de toepassing van artikel 140 telt de vaststelling van een beleidsdekkingsgraad in de periode dat op grond van dit artikel geen herstelplan wordt ingediend mee voor de bepaling hoe veel maal opeenvolgend sprake is van een beleidsdekkingsgraad onder het minimaal vereist eigen vermogen.
8.
Artikel 137, tweede lid, onderdeel a en b, is niet van toepassing zolang een pensioenfonds een overbruggingsplan indient. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld voor de toeslagverlening in die situatie.
9.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de overbruggingsplannen.