Vader veroordeeld om aan zijn behoeftigen zoon f 250 per maand uit te keeren, waarbij rekening is gehouden met het milieu, waarin de behoeftige is opgevoed.

Het eerste middel mist feitelijken grondslag, daar het Hof geenszins de mogelijkheid, dat een bibliotheek en porselein eene groote waarde kunnen hebben over het hoofd heeft gezien, doch heeft bevonden, dat ten deze de aanwezigheid van eene eenigszins belangrijke waarde niet gebleken was.

Art. 384 à B. W. laat niet toe aan te nemen de juistheid van requestrants stelling, dat hoogstens het bedrag, noodig tot het keeren van objectieve nooddruft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.Verder lezen?