Einde inhoudsopgave
Algemene landsverordening Landsbelastingen [Sint Maarten]
Artikel 11 [Voorlopige aanslag]
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Deze landsverordening verkrijgt de status van landsverordening van Sint Maarten. Voorheen landsverordening van de Nederlandse Antillen. De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-01-2009 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
20-12-2010, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2010, 30 (uitgifte: 20-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2010, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2010, 30 (uitgifte: 20-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Sint Maarten
1.
De Inspecteur kan, ingeval de grootte van de belastingschuld eerst kan worden vastgesteld na afloop van het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, na aanvang van het belastingtijdvak aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag opleggen tot het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.
2.
De voorlopige aanslag blijft beperkt tot het bedrag waarmee de aanslag vermoedelijk de voorheffingen te boven zal gaan.
3.
Een voorlopige aanslag kan worden gevolgd door één of meer voorlopige aanslagen.
4.
De voorlopige aanslag en de voorheffingen worden verrekend met de aanslag.
5.
Een voorlopige aanslag kan de Inspecteur ook opleggen aan niet binnen Sint Maarten wonende of gevestigde belastingplichtigen, die slechts tijdelijk binnen Sint Maarten een bedrijf of beroep uitoefenen.
6.
Een voorlopige aanslag kan direct na het ontstaan van de belastingschuld of, bij tijdvak- belastingen, direct na aanvang van het tijdvak, altijd worden opgelegd tot het bedrag dat de Inspecteur juist voorkomt indien:
- a.
de belastingplichtige in staat van faillissement is verklaard of, indien sprake is van een lichaam, in geval van ontbinding, beëindiging of vereffening ervan;
- b.
de belastingplichtige Sint Maarten metterwoon wil verlaten dan wel zijn plaats van vestiging wil overbrengen naar een plaats buiten Sint Maarten;
- c.
het bedrijf van de belastingplichtige wordt gestaakt of aanmerkelijk wordt ingekrompen, of de belastingplichtige binnen Sint Maarten gelegen onroerende goederen of daarop gevestigde rechten vervreemdt.
7.
Bij ministeriële beschikking met algemene werking kunnen ten aanzien van het eerste lid nadere regels worden vastgesteld.