Einde inhoudsopgave
Ziektewet
Artikel 63e [Verhaal op werkgever]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 63e (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
30-09-2015, Stb. 2015, 376 (uitgifte: 20-10-2015, kamerstukken: 34073)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-10-2015, Stb. 2015, 377 (uitgifte: 20-10-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verzekeringen
1.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verhaalt op de werkgever, bedoeld in artikel 9, 10 of 12, het ziekengeld, alsmede de overlijdensuitkering, bedoeld in artikel 35, vermeerderd met de verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 42 van de Zorgverzekeringswet, dat door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is betaald aan de verzekerde ten aanzien van wie de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken is gelegen op of na de dag dat de verzekerde de leeftijd, bedoeld in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt, met uitzondering van het ziekengeld, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen e, f en g.
2.
Indien de werkgever, bedoeld in het eerste lid, de onderneming overdraagt in de zin van artikel 662 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede in geval van een dergelijke overgang bij faillissement, verhaalt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen de in het eerste lid bedoelde bedragen op de werkgever die de onderneming verkrijgt.
3.
Indien slechts een deel van een onderneming als bedoeld in het tweede lid overgaat, blijft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen de in het eerste lid bedoelde bedragen verhalen op de werkgever die een deel van de onderneming overdraagt.
4.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de in het eerste lid bedoelde bedragen invorderen bij dwangbevel.
5.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de kosten ter zake van de voorbereiding en het nemen van besluiten op grond van deze wet ten aanzien van de verzekerde, bedoeld in het eerste lid, en de kosten die voortvloeien uit het eerste, tweede en derde lid, in rekening worden gebracht bij de werkgever, genoemd in deze leden.