Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Israël
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 01-09-1985
- Bronpublicatie:
25-04-1984, Trb. 1984, 65 (uitgifte: 03-07-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-1985, Trb. 1985, 96 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Wanneer de wetgeving van beide Verdragsluitende Partijen op een persoon van toepassing is geweest, worden voor het verkrijgen van het recht op werkloosheidsuitkeringen, de tijdvakken van verzekering of van dienstbetrekking welke overeenkomstig de wetgeving van beide Partijen in aanmerking moeten worden genomen, samengeteld, voor zover deze tijdvakken niet samenvatten.
2.
Toepassing van het eerste lid van dit artikel vooronderstelt dat op de betrokkene laatstelijk van toepassing was de wetgeving van de Verdragsluitende Partij ingevolge welke hij aanspraak op uitkering maakt en dat hij in de laatste 12 maanden vóór het indienen van de aanvraag gedurende in totaal ten minste honderd dagen op het grondgebied van die Partij in dienstbetrekking arbeid heeft verricht. Wanneer zijn dienstbetrekking voor het verstrijken van honderd dagen is beëindigd, is het eerste lid evenwel toch van toepassing indien de dienstbetrekking buiten de schuld van de werknemer werd beëindigd en het de bedoeling was deze voor een langere periode te laten voortduren.
3.
In gevallen waarin dit artikel van toepassing is, wordt bij de berekening van de uitkering slechts inkomen dat is verworven op het grondgebied van de Verdragsluitende Partij die de uitkering betaalt, in aanmerking genomen.