V-N 2014/58.15
Conclusie A-G Szpunar in btw-procedures over gevolgen betrokkenheid bij btw-fraude
HvJ EU (A-G) 11-09-2014, ECLI:EU:C:2014:2217, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws (Italmoda,Mariano Previti,Turbu.com)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
- Datum
11 september 2014
- Zaaknummer
C-131/13
C-163/13
C-164/13
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Roepnaam
Italmoda
Mariano Previti
Turbu.com
- JCDI
JCDI:ADS919409:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
EU-recht (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2014:2455, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 18‑12‑2014
ECLI:EU:C:2014:2217, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 11‑09‑2014
- Wetingang
art. 17, 18 en 22 Richtlijn 77/388/EEG; art. 28ter, A lid 2 Richtlijn 77/388/EEG (6e Rl); art. 9 lid 2, art. 15, 17b lid 2, art. 30 en 35 Wet OB 1968
Essentie
A-G Szpunar concludeert in de zaak van Italmoda dat de nationale autoriteiten het recht op aftrek van voorbelasting en het recht op vrijstelling ter zake van een ICL moeten onthouden aan een belastingplichtige die weet of had moeten weten dat hij deelneemt aan btw-fraude. Volgens de A-G is hierbij niet van belang of de nationale wet hierin uitdrukkelijk voorziet.
Samenvatting
De Hoge Raad heeft in februari en maart 2013 prejudiciële vragen gesteld in de procedures van Schoenimport ‘Italmoda’ Mariano Previti vof, Turbu.com bv en Turbu.com Mobile Phone’s bv. De procedures betreffen de betrokkenheid bij een internationale btw-fraude en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.