Prg. 1998, 4937:Art. 116-procedure. Anders dan 7A:1638d is uit de tekst van 7:628 BW niet op te maken dat voor toewijzing van een loonvordering, werknemer moet hebben aangeboden de bedongen arbeid te verrichten. Voorts blijkt (uit ontbindingsbeschikking) dat het niet verrichten van werk het gevolg was van situatieve arbeidsongeschiktheid, welke overwegend aan werkgever is toe te rekenen.