Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1861 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006
Artikel 12 Bijhouden van logbestanden op nationaal niveau
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2019
- Bronpublicatie:
20-05-2019, PbEU 2019, L 135 (uitgifte: 22-05-2019, regelingnummer: 2019/817)
- Inwerkingtreding
11-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, PbEU 2019, L 135 (uitgifte: 22-05-2019, regelingnummer: 2019/817)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Douane (V)
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat elke toegang tot en uitwisseling van persoonsgegevens in CS-SIS wordt vastgelegd in hun N.SIS met het oog op controle op de rechtmatigheid van de bevraging, monitoring van de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, interne monitoring, de goede werking van hun N.SIS en de integriteit en beveiliging van de gegevens. Dit voorschrift is niet van toepassing op de automatische processen bedoeld in artikel 4, lid 6, onder a), b) en c).
De lidstaten zorgen ervoor dat elke toegang tot persoonsgegevens via het ESP wordt vastgelegd in een logbestand met het oog op controle op de rechtmatigheid van de bevraging, monitoring van de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, interne monitoring en de integriteit en beveiliging van de gegevens.
2.
De logbestanden bevatten met name signaleringsgeschiedenis, de datum en het tijdstip van de gegevensverwerking, de voor de doorzoeking gebruikte gegevens, een verwijzing naar de verwerkte gegevens, alsmede de persoonlijke en unieke gebruikersidentificatiemiddelen van de bevoegde autoriteit en van de persoon die de gegevens verwerkt.
3.
Als voor de doorzoeking dactyloscopische gegevens of een gezichtsopname worden gebruikt overeenkomstig artikel 33, bevatten de logbestanden, in afwijking van lid 2 van dit artikel, het soort gegevens dat voor het uitvoeren van de doorzoeking wordt gebruikt, in plaats van de eigenlijke gegevens.
4.
De logbestanden worden alleen voor het in lid 1 genoemde doel gebruikt en worden drie jaar na het creëren ervan gewist. De logbestanden die de signaleringsgeschiedenis bevatten, worden drie jaar na het wissen van de signaleringen gewist.
5.
Logbestanden mogen langer dan de in lid 4 bedoelde perioden worden bewaard indien zij nodig zijn in het kader van lopende monitoringprocedures.
6.
De nationale bevoegde autoriteiten die zijn belast met het controleren van de rechtmatigheid van doorzoekingen, met het toezicht op de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, met intern toezicht en met het waarborgen van de goede werking van N.SIS en de gegevensintegriteit en -beveiliging, hebben binnen de grenzen van hun bevoegdheden op verzoek toegang tot de logbestanden met het oog op het vervullen van hun taken.