Einde inhoudsopgave
Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Artikel 11.34
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Deze wijziging werkt terug tot het tijdstip waarop art. I, lid 2 van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333) in werking treedt. Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 830 (uitgifte: 24-12-2010, kamerstukken: 32428)
- Inwerkingtreding
01-01-2011, terugwerkend tot: 10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2010, Stb. 2010, 831 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financiële dienstverlening / Algemeen
1.
Dit artikel is van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en verstaat onder:
- a.
tijdstip van transitie: het tijdstip bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
- b.
het tijdstip van inwerkingtreding: het tijdstip waarop de artikelen 11.18, 11.21, 11.22, 11.28 en 11.32 van de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in werking treden;
- c.
overgangsperiode: de periode vanaf het tijdstip van transitie tot het tijdstip van inwerkingtreding.
2.
Tijdens de overgangsperiode worden de volgende wetten en daarop berustende bepalingen uitgevoerd door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid:
- a.
de Cessantiawet BES;
- b.
- c.
- d.
de Wet ongevallenverzekering BES, met uitzondering van de bepalingen inzake geneeskundige behandeling en verpleging;
- e.
de Wet ziekteverzekering BES, met uitzondering van de bepalingen inzake geneeskundige behandeling en verpleging.
3.
Voor de toepassing van het tweede lid worden in de in dat lid genoemde wetten tijdens de overgangsperiode voor ‘de Minister van Arbeid en Sociale Zaken’ respectievelijk ‘de Sociale Verzekeringsbank’ gelezen ‘Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid’.
4.
Indien noodzakelijk voor een goede uitvoering van de in het tweede lid genoemde wetten tijdens de overgangsperiode, wordt de tekst daarvan gelezen in het licht van de tekst van die wetten zoals die komt te luiden na het tijdstip van inwerkingtreding. De toepassing van de eerste zin leidt niet tot een uitkomst ten nadele van de belanghebbende.
5.
Bij ministeriele regeling kunnen nadere regels worden gesteld.