Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1862 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie
Artikel 12 Bijhouden van logbestanden op nationaal niveau
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2019
- Bronpublicatie:
20-05-2019, PbEU 2019, L 135 (uitgifte: 22-05-2019, regelingnummer: 2019/818)
- Inwerkingtreding
11-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, PbEU 2019, L 135 (uitgifte: 22-05-2019, regelingnummer: 2019/818)
- Vakgebied(en)
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Douane (V)
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat elke toegang tot en uitwisseling van persoonsgegevens in CS-SIS in logbestanden in hun N.SIS wordt geregistreerd met het oog op controle op de rechtmatigheid van de doorzoeking, toezicht op de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, intern toezicht, de goede werking van N.SIS, alsmede de integriteit en beveiliging van gegevens. Dit vereiste is niet van toepassing op de automatische processen bedoeld in artikel 4, lid 6, onder a), b) en c).
De lidstaten zorgen ervoor dat elke toegang tot persoonsgegevens via het ESP wordt vastgelegd in een logbestand met het oog op controle op de rechtmatigheid van de bevraging, monitoring van de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, interne monitoring en de integriteit en beveiliging van de gegevens.
2.
De logbestanden bevatten met name de signaleringsgeschiedenis, de datum en het tijdstip van de gegevensverwerking, de voor de doorzoeking gebruikte gegevens, een verwijzing naar de verwerkte gegevens, alsmede de persoonlijke en unieke gebruikersidentificatiemiddelen van de bevoegde autoriteit en van de persoon die de gegevens verwerkt.
3.
Als voor de doorzoeking dactyloscopische gegevens of een gezichtsopname worden gebruikt overeenkomstig artikel 43, bevatten de logbestanden, in afwijking van lid 2 van dit artikel, het soort gegevens dat voor het uitvoeren van de doorzoeking wordt gebruikt, in plaats van de eigenlijke gegevens.
4.
De logbestanden worden alleen voor het in lid 1 genoemde doel gebruikt en worden drie jaar na het creëren ervan gewist. De logbestanden die de signaleringsgeschiedenis bevatten, worden drie jaar na het wissen van de signaleringen gewist.
5.
Logbestanden mogen langer dan de in lid 4 bedoelde perioden worden bewaard indien zij nodig zijn in het kader van lopende monitoringprocedures.
6.
De nationale bevoegde autoriteiten die zijn belast met het controleren van de rechtmatigheid van doorzoekingen, met het toezicht op de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, met intern toezicht en met het waarborgen van de goede werking van N.SIS en de gegevensintegriteit en -beveiliging, hebben binnen de grenzen van hun bevoegdheden op verzoek toegang tot de logbestanden met het oog op het vervullen van hun taken.
7.
Indien lidstaten overeenkomstig het nationaal recht kentekenplaten van motorvoertuigen geautomatiseerd scannen met behulp van systemen voor automatische kentekenplaatherkenning, houden zij van de doorzoekingen overeenkomstig het nationaal recht een register bij. Indien nodig kan een volledige doorzoeking in SIS worden uitgevoerd om na te gaan of sprake is van een hit. De leden 1 tot en met 6 zijn van toepassing op elke volledige doorzoeking.
8.
De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast om de in lid 7 van dit artikel bedoelde inhoud van de logbestanden vast te leggen. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 76, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.