Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 865/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer
Artikel 15 Afgifte met terugwerkende kracht van bepaalde documenten
Geldend
Geldend vanaf 27-09-2012
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 27-09-2012.
- Bronpublicatie:
23-08-2012, PbEU 2012, L 242 (uitgifte: 07-09-2012, regelingnummer: 791/2012)
- Inwerkingtreding
27-09-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-08-2012, PbEU 2012, L 242 (uitgifte: 07-09-2012, regelingnummer: 791/2012)
- Vakgebied(en)
Douane (V)
1.
In afwijking van artikel 13, lid 1, en artikel 14 van de onderhavige verordening en op voorwaarde dat de invoerder of (weder)uitvoerder de bevoegde administratieve instantie bij de aankomst respectievelijk vóór het vertrek van de betrokken zending in kennis stelt van de redenen waarom de vereiste documenten niet beschikbaar zijn, mogen in uitzonderlijke gevallen de documenten voor specimens van de in de bijlagen B en C bij Verordening (EG) nr. 338/97 opgenomen soorten alsmede voor de in artikel 4, lid 5, van genoemde verordening bedoelde specimens van de in bijlage A bij die verordening opgenomen soorten met terugwerkende kracht worden afgegeven.
2.
De afwijking waarin lid 1 voorziet, is van toepassing indien ten genoegen van de bevoegde administratieve instantie van de lidstaat — die daarover zo nodig overleg pleegt met de bevoegde instanties van derde landen — is aangetoond dat de invoerder of (weder)uitvoerder niet verantwoordelijk is voor de onregelmatigheden die zich eventueel hebben voorgedaan, en dat de invoer of (weder)uitvoer van de betrokken specimens voor het overige in overeenstemming is met Verordening (EG) nr. 338/97, de Overeenkomst en de desbetreffende wetgeving van de betrokken derde landen.
De ontheffing van lid 1 is ook van toepassing voor zover ten aanzien van als persoonlijke bezittingen en huisraad ingevoerde of (weder)uitgevoerde specimens, waarop de bepalingen van hoofdstuk XIV van toepassing zijn, en ten aanzien van rechtmatig verworven levende dieren die persoonlijke bezittingen zijn en om persoonlijke, niet-commerciële redenen worden gehouden de bevoegde administratieve instantie van de lidstaat in overleg met de relevante handhavingsinstantie ervan overtuigd is dat er aanwijzingen zijn dat een echte vergissing is begaan en dat er geen poging is gedaan om bedrog te plegen en de invoer of (weder)uitvoer van de berokken[lees: betrokken] specimens in overeenstemming is met Verordening (EG) nr. 338/97, de Overeenkomst en de relevante wetgeving van een derde land.
3.
Op de krachtens lid 1 afgegeven documenten wordt duidelijk vermeld dat zij met terugwerkende kracht zijn afgegeven en wordt de reden van deze afgifte vermeld.
In het geval van invoervergunningen, uitvoervergunningen en wederuitvoercertificaten van de Gemeenschap wordt deze vermelding aangebracht in vak 23.
3 bis.
Voor rechtmatig verworven en om persoonlijke, niet-commerciële redenen gehouden levende dieren die persoonlijke bezittingen zijn en waarvoor ingevolge lid 2, tweede alinea, een invoervergunning wordt afgegeven, zijn commerciële activiteiten overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 338/97 verboden gedurende 2 jaar te rekenen vanaf de datum van afgifte van de vergunning; gedurende die periode worden geen ontheffingen voor specimens van bijlage A overeenkomstig artikel 8, lid 3, van die verordening, toegestaan.
In het geval van ingevolge lid 2, tweede alinea, afgegeven invoervergunningen voor bedoelde levende dieren die persoonlijke bezittingen zijn en voor specimens van soorten die zijn opgenomen in bijlage A bij Verordening (EG) nr. 338/97 en die worden bedoeld in artikel 4, lid 5, onder b), van die verordening, wordt in vak 23 het beding ‘in afwijking van artikel 8, lid 3 of lid 5, van Verordening (EG) nr. 338/97 zijn commerciële activiteiten overeenkomstig artikel 8, lid 1, van die verordening verboden gedurende ten minste 2 jaar te rekenen vanaf de datum van afgifte van deze vergunning’ opgenomen.
4.
Het secretariaat van de Overeenkomst wordt van krachtens de leden 1, 2 en 3 afgegeven uitvoervergunningen en wederuitvoercertificaten in kennis gesteld.