Hof 's-Hertogenbosch, 02-02-2022, nr. 20-001824-20
ECLI:NL:GHSHE:2022:412
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
02-02-2022
- Zaaknummer
20-001824-20
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSHE:2022:412, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 02‑02‑2022; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2024:366
Uitspraak 02‑02‑2022
Inhoudsindicatie
Gepubliceerd in verband met ingesteld cassatieberoep.
Parketnummer : 20-001824-20
Uitspraak : 2 februari 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch, van 24 augustus 2020, in de strafzaak met parketnummer 01-860255-19 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte door de politierechter ter zake van witwassen veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 week met een proeftijd van 2 jaren. Tevens heeft de politierechter de inbeslaggenomen geldbedragen verbeurd verklaard.
Van de zijde van de verdachte is tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zal bevestigen, met aanvulling van de bewijsmiddelen, met uitzondering van de in dat vonnis opgelegde straf en, opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 30 uren subsidiair 15 dagen hechtenis.
De verdediging heeft primair bepleit dat het hof de verdachte vrij zal spreken van het tenlastegelegde. Subsidiair heeft de verdediging een strafmaatverweer gevoerd. Met betrekking tot de inbeslaggenomen geldbedragen heeft de verdediging verzocht dat het hof de teruggave aan de verdachte zal gelasten.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis, behalve voor wat betreft de door de politierechter gebezigde bewijsmiddelen en de bewijsoverweging en zal in zoverre opnieuw rechtdoen.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
Bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdediging bepleit dat het hof de verdachte dient vrij te spreken van het tenlastegelegde. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft de raadsman aangevoerd dat ten onrechte het vermoeden van witwassen is aangenomen.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Het hof leidt uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden af.
Op 8 mei 2019 is bij de securitycheck op Eindhoven Airport bij de verdachte een geldbedrag aangetroffen van in totaal € 9.690,00. Het betrof een dubbelgevouwen stapel coupures. De verdachte verklaarde dat hij naar Turkije ging om marmer te importeren naar Nederland en dat hij het geldbedrag contant gespaard heeft. Daarnaast verklaart hij de coupures van € 500,00 van zijn klanten te hebben gekregen, maar dat hij daarvan geen facturen kan laten zien en dat hij ook geen factuur heeft van een bedrag dat hij van klanten heeft ontvangen. Het aangetroffen geldbedrag is inbeslaggenomen (dossierpagina 21 e.v.). Bij zijn aanhouding is tegelijkertijd een reisgezel van de verdachte aangehouden die ook in het bezit was van een geldbedrag van in totaal € 8000,00. Ook dat geldbedrag was een dubbelgevouwen stapeltje geld in voornamelijk coupures van € 500,00. De verdachte heeft verklaard dat hij zijn reisgezel van vroegere tijden kent en dat hij hem even tevoren bij toeval heeft ontmoet op de luchthaven en dat hij niet wist dat ook zijn reisgezel een geldbedrag in cash bij zich droeg.
Op grond daarvan acht het hof het vermoeden gerechtvaardigd dat het geldbedrag in de tenlastelegging uit enig misdrijf afkomstig is, wat betekent dat van de verdachte mag worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het geldbedrag niet van misdrijf afkomstig is.
Het hof is van oordeel dat de verklaring die de verdachte daarover heeft gegeven niet als zo'n verklaring kan worden aangemerkt. De verdachte heeft bij zijn aanhouding verklaard geen facturen te hebben van bedragen die hij van klanten heeft gekregen, welke de coupures van € 500,00 zouden verklaren. Daarnaast heeft de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg (via een gemachtigd raadsman) geen stukken overgelegd ter onderbouwing van zijn verklaring. Het hof hecht dan ook geen waarde aan de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep dat hij wel facturen heeft van de geldbedragen die hij van klanten heeft ontvangen.
Het aldus door de verdachte geboden tegenwicht tegen de verdenking van witwassen geeft onvoldoende aanleiding tot een nader onderzoek door het openbaar ministerie. Er is daarom geen andere conclusie mogelijk dan dat het tenlastegelegde geldbedrag onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is.
Het hof verwerpt mitsdien het tot vrijspraak strekkende verweer van de verdediging.
BESLISSING
Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen, voorzitter,
mr. J.J.J. Wubben en mr. CH.N.G.M. Starmans, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.H.A. Dibbits, griffier,
en op 2 februari 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen en mr. CH.N.G.M. Starmans zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.