NJ 1921, p. 276
HR, 17-12-1920
HR 17-12-1920, ECLI:NL:HR:1920:255
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 1920
- Magistraten
Voorzitter: Mr. S. Gratama. Raden: Mrs. A. Fentener van Vlissingen, H. Hesse, Jhr. R. Feith en Dr. L. E. Visser.
- Zaaknummer
[171920/NJ_1921,_p._276]
- Conclusie
Mr. Ledeboer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS148734:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1920:255, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑1920
- Wetingang
(Fw art. 6.)
Samenvatting
Het Hof heeft op in cassatie onaantastbare wijze vastgesteld a. dat de vordering van den aanvrager opeischbaar is en niet wordt betaald, b. het bestaan van meerdere schulden.
Daaruit kon het Hof, zonder schending van artt. 1. 6, 8 F. W., 161 Grondwet en art. 59 Rv., afleiden, dat de schuldenaar verkeert in den toestand, dat hij heeft opgehouden te betalen, al hebben de andere crediteuren dan ook niet op betaling aangedrongen.
Uitspraak
[ p. 276 ►]
Verzoekschrift
Aan
den Hoogen Raad der Nederlanden.
Geeft eerbiedig te kennen:
De N.V. Papierhandel en gros van Riel & Co., ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.