NJB 2021/2300
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Zorgmachtiging. De medische verklaring is opgesteld door de geneesheer-directeur. Hoge Raad: Het oordeel van de rechtbank dat de geneesheer-directeur geen zorg heeft verleend aan betrokkene geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
HR 16-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1159
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 juli 2021
- Magistraten
Mrs. H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
21/01414
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Gezondheidsrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1159, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:543, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑03‑2021
- Wetingang
Essentie
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Zorgmachtiging. De medische verklaring is opgesteld door de geneesheer-directeur. Hoge Raad: Het oordeel van de rechtbank dat de geneesheer-directeur geen zorg heeft verleend aan betrokkene geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later, vs. de officier van justitie, adv. mr. M.M. van Asperen.
Uitspraak
Procesverloop
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging van betrokkene te verlenen. Tot de bijlagen van het verzoekschrift behoren onder meer een zorgplan, een medische verklaring en de bevindingen van de geneesheer-directeur. De medische verklaring is opgesteld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.