Einde inhoudsopgave
Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES
Artikel 3.5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
17-10-2018, Stb. 2018, 408 (uitgifte: 15-11-2018, kamerstukken: 34859)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2018, Stb. 2018, 486 (uitgifte: 19-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Veiligheid en Justitie
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Accounting (V)
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
Een dienstverlener meldt een verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie onverwijld nadat het ongebruikelijke karakter van de transactie bekend is geworden, aan het meldpunt.
2.
Bij een melding als bedoeld in het eerste lid verstrekt de dienstverlener de volgende gegevens:
- a.
de identiteit van de cliënt, de identiteit van de uiteindelijk belanghebbenden en, voor zover mogelijk, de identiteit van degene ten behoeve van wie de transactie wordt uitgevoerd;
- b.
de aard en het nummer van het identiteitsbewijs van de cliënt en, voorzover mogelijk, van de overige in onderdeel a bedoelde personen;
- c.
de aard, het tijdstip en de plaats van de transactie;
- d.
de omvang en de bestemming en herkomst van de gelden, effecten, edele metalen of andere waarden die bij de transactie betrokken zijn;
- e.
de omstandigheden op grond waarvan de transactie als ongebruikelijk wordt aangemerkt;
- f.
een omschrijving van de bij de transactie betrokken zaken van grote waarde;
- g.
aanvullende, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, gegevens.
3.
Een dienstverlener bewaart de gegevens, bedoeld in het tweede lid, op toegankelijke wijze gedurende vijf jaar na het tijdstip van het doen van de melding.
4.
De meldingsplicht, bedoeld in het eerste lid, is van overeenkomstige toepassing indien:
- a.
een cliëntenonderzoek als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, niet leidt tot het in artikel 2.2, tweede lid, onderdelen a, b, c, e, en f, bedoelde resultaat, en er tevens indicaties zijn dat de desbetreffende cliënt betrokken is bij witwassen of financieren van terrorisme;
- b.
een zakelijke relatie wordt beëindigd ingevolge artikel 2.4, derde lid, en er tevens indicaties zijn dat de desbetreffende cliënt betrokken is bij witwassen of financieren van terrorisme.
5.
Bij een melding ingevolge het vierde lid verstrekt een dienstverlener naast de gegevens, bedoeld in het tweede lid, een beschrijving van de redenen waarom het vierde lid van toepassing is.