Einde inhoudsopgave
Spoorwegwet
Artikel 26u
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2021
- Bronpublicatie:
26-05-2021, Stb. 2021, 286 (uitgifte: 18-06-2021, kamerstukken: 35664)
- Inwerkingtreding
30-06-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2021, Stb. 2021, 306 (uitgifte: 29-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
Onze Minister besluit, op aanvraag, tot aanmelding van een of meer conformiteitsbeoordelingsinstanties die voldoen aan de krachtens artikel 26z, onderdeel a, gestelde regels bij de Europese Commissie en de andere lidstaten. Een besluit tot aanmelding kan onder beperkingen worden gegeven. Aan een besluit tot aanmelding kunnen voorschriften worden verbonden.
2.
De in het eerste lid bedoelde regels bevatten ten minste voorschriften die waarborgen dat:
- a.
de conformiteitsbeoordelingsinstantie onafhankelijk en onpartijdig is ten opzichte van de organisatie waarvan zij de producten beoordeelt,
- b.
de conformiteitsbeoordelingsinstantie beschikt over een gedegen organisatie, en
- c.
het personeel van de conformiteitsbeoordelingsinstantie deskundig en integer is.
3.
Wanneer een conformiteitsbeoordelingsinstantie aantoont dat zij voldoet aan de criteria in de toepasselijke geharmoniseerde normen of delen ervan waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, wordt zij geacht aan de eisen, bedoeld in het eerste lid, te voldoen, op voorwaarde dat de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen deze eisen dekken.
4.
Een aangemelde instantie is bevoegd om de bij die aanmelding beschreven conformiteitsbeoordelingen uit te voeren ten aanzien van interoperabiliteitsonderdelen, subsystemen, spoorvoertuigen en andere producten, bestemd om deel uit te maken van het spoorwegsysteem, voor zover die conformiteitsbeoordelingen betrekking hebben op de TSI’s en andere toepasselijke Europese voorschriften.
5.
Onze Minister kan bij ministeriële regeling de nationale accreditatie-instantie aanwijzen om de beoordeling van aanvragen als bedoeld in het eerste lid te verrichten en controles op door hem aangemelde instanties uit te voeren.
6.
Een aangemelde instantie gaat pas over tot het verrichten van conformiteitsbeoordelingsactiviteiten na de mededeling van Onze Minister dat de Europese Commissie en de andere lidstaten geen bezwaren hebben geuit tegen de aanmelding.
7.
De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is niet van toepassing op conformiteitsbeoordelingsinstanties die op grond van het eerste lid zijn aangemeld.