Einde inhoudsopgave
Besluit Nr. S3 (2010/C 106/10) tot vaststelling van de verstrekkingen die onder artikel 19, lid 1, en artikel 27, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad en artikel 25, onder A) 3, van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad vallen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 12-06-2009
- Redactionele toelichting
Dit besluit wordt toegepast vanaf 01-05-2010, tegelijk met de inwerkingtreding van Verordening 987/2009 (16-09-2009, PbEU L 284).
- Bronpublicatie:
12-06-2009, PbEU 2010, C 106 (uitgifte: 24-04-2010, regelingnummer: S3 2010/C106/10)
- Inwerkingtreding
12-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-2009, PbEU 2010, C 106 (uitgifte: 24-04-2010, regelingnummer: S3 2010/C106/10)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Vrij verkeer
(Voor de EER en voor de overeenkomst Europese Gemeenschap/Zwitserland relevante tekst)
Besluit van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 tot vaststelling van de verstrekkingen die onder artikel 19, lid 1, en artikel 27, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad en artikel 25, onder A) 3, van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad vallen
DE ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE COÖRDINATIE VAN DE SOCIALEZEKERHEIDSSTELSELS,
Gelet op artikel 72, onder a), van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (1), uit hoofde waarvan de Administratieve Commissie verantwoordelijk is voor de behandeling van alle vraagstukken van administratieve of interpretatieve aard die voortvloeien uit de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (2),
Gelet op de artikelen 19 en 27 van Verordening (EEG) nr. 883/2004 betreffende de verstrekkingen bij tijdelijk verblijf in een andere dan de bevoegde lidstaat,
Gelet op artikel 25, onder A) 3, van Verordening (EG) nr. 987/2009,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Volgens artikel 19, lid 1, en artikel 27, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 heeft een verzekerde tijdens een tijdelijk verblijf in een andere lidstaat dan de lidstaat waar hij woonachtig is recht op verstrekkingen die tijdens dat verblijf medisch noodzakelijk worden, met inachtneming van de aard van de verstrekkingen en de duur van het verblijf.
- (2)
Volgens artikel 25, onder A) 3, van Verordening (EG) nr. 987/2009 worden met de in artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 genoemde verstrekkingen bedoeld die in de lidstaat van verblijf volgens zijn wetgeving worden verleend en die medisch noodzakelijk blijken om te voorkomen dat de verzekerde vóór het einde van zijn geplande verblijf naar de bevoegde lidstaat moet terugkeren om er de behandeling te ontvangen die hij nodig heeft.
- (3)
Artikel 25, onder A) 3, van Verordening (EG) nr. 987/2009 dient zodanig geïnterpreteerd te worden dat alle verstrekkingen in verband met chronische of bestaande aandoeningen onder deze bepaling vallen. Het Hof van Justitie heeft bepaald (3) dat het begrip ‘noodzakelijke zorgen’ niet aldus kan worden uitgelegd ‘… dat die prestaties enkel mogen worden verleend wanneer de behandeling noodzakelijk is door een plotselinge aandoening. Met name kan de omstandigheid dat een behandeling die is vereist ten gevolge van de ontwikkeling van de gezondheidstoestand van de verzekerde tijdens zijn tijdelijk verblijf in een andere lidstaat, eventueel verband houdt met een reeds bestaande en de verzekerde bekende aandoening zoals een chronische ziekte, niet volstaan om de betrokkene het voordeel van deze bepalingen te ontzeggen.’.
- (4)
Artikel 25, onder A) 3, van Verordening (EG) nr. 987/2009 dient zodanig geïnterpreteerd te worden dat verstrekkingen in verband met zwangerschap en geboorte onder deze bepaling vallen. Deze bepaling is echter niet van toepassing als het doel van het tijdelijke verblijf in het buitenland is daar te bevallen.
- (5)
Uit hoofde van artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004 dient de Administratieve Commissie een lijst op te stellen van de verstrekkingen die tijdens een verblijf in een andere lidstaat kunnen worden verstrekt maar waarvoor om praktische redenen voorafgaande overeenstemming tussen de betrokkene en het orgaan dat de zorg verstrekt, vereist is.
- (6)
Deze in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004 bepaalde eis van voorafgaande overeenstemming is bedoeld om de continuïteit te waarborgen van de behandeling die een verzekerde persoon nodig heeft tijdens zijn tijdelijke verblijf in een andere dan de bevoegde lidstaat.
- (7)
Rekening houdend met deze doelstelling moeten de verstrekkingen waarvoor een voorafgaande overeenstemming vereist is tussen de patiënt en de zorgverlenende instelling in een andere lidstaat worden vastgesteld aan de hand van de volgende wezenlijke criteria: de medische behandeling is van levensbelang en alleen beschikbaar in gespecialiseerde medische instellingen en/of instellingen die beschikken over speciale apparatuur en/of gespecialiseerd personeel. Een op deze criteria gebaseerde niet uitputtende lijst is opgenomen in de bijlage bij dit besluit,
Handelend overeenkomstig artikel 71, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004,
BESLUIT: