Einde inhoudsopgave
SLIM-regeling
Artikel 10 Weigeringsgronden
Geldend
Geldend van 01-09-2023 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
12-07-2023, Stcrt. 2023, 20326 (uitgifte: 20-07-2023, regelingnummer: 2023-0000416445)
- Inwerkingtreding
01-09-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2023, Stcrt. 2023, 20326 (uitgifte: 20-07-2023, regelingnummer: 2023-0000416445)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de subsidie in ieder geval geheel of gedeeltelijk geweigerd, indien:
- a.
de subsidieaanvraag niet voldoet aan de bij deze regeling gestelde eisen;
- b.
de beoogde initiatieven en resultaten onvoldoende meetbaar zijn geformuleerd;
- c.
de subsidieaanvraag ziet op een beroepsopleiding in de beroepsbegeleidende of beroepsopleidende leerweg, bedoeld in artikel 7.2.2, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
- d.
de haalbaarheid van de beoogde aanpak onvoldoende aannemelijk is gemaakt;
- e.
de evaluatieopzet onvoldoende of ongeschikt is om de effectiviteit en bruikbaarheid van een initiatief te kunnen beoordelen;
- f.
een initiatief niet uitvoerbaar is binnen bestaande wet- en regelgeving;
- g.
onvoldoende is aangetoond dat subsidie noodzakelijk is voor het uitvoeren van een initiatief waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
- h.
op grond van deze regeling binnen hetzelfde aanvraagtijdvak reeds subsidie is verleend voor een soortgelijk of vergelijkbaar initiatief ten behoeve van dezelfde onderneming of hetzelfde samenwerkingsverband;
- i.
er geen de-minimisverklaring en, indien van toepassing, mkb-verklaring is afgegeven;
- j.
de subsidieaanvraag tot gevolg heeft dat een subsidieplafond als bedoeld in artikel 6 wordt overschreden;
- k.
de subsidieaanvraag ziet op het ontwikkelen van een initiatief niet bedoeld voor werkenden in de onderneming maar voor commerciële doeleinden; of
- l.
de subsidieaanvraag ziet op een activiteit als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a of c, en aan de subsidieaanvrager voor een dergelijke activiteit reeds subsidie is verleend die nog niet is vastgesteld.