Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/43/EU tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft organisatorische eisen, belangenconflicten, bedrijfsvoering, risicobeheer en inhoud van de overeenkomst tussen een bewaarder en een beheermaatschappij
Artikel 38 Risicobeheerbeleid
Geldend
Geldend vanaf 22-08-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-08-2022.
- Bronpublicatie:
21-04-2021, PbEU 2021, L 277 (uitgifte: 02-08-2021, regelingnummer: 2021/1270)
- Inwerkingtreding
22-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2021, PbEU 2021, L 277 (uitgifte: 02-08-2021, regelingnummer: 2021/1270)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
1.
De lidstaten verplichten beheermaatschappijen een adequaat en gedocumenteerd risicobeheerbeleid vast te stellen, te implementeren en in stand te houden dat de risico's onderkent waaraan de door hen beheerde icbe's zijn of zouden kunnen worden blootgesteld.
Het risicobeheerbeleid omvat procedures die noodzakelijk zijn om de beheermaatschappij in staat te stellen voor elke icbe die zij beheert, de blootstelling aan markt-, liquiditeits-, duurzaamheids- en tegenpartijrisico’s te beoordelen, alsook de blootstelling van de icbe aan alle andere risico’s, inclusief operationele risico’s, die van wezenlijk belang kunnen zijn voor elke icbe die zij beheert.
De lidstaten verplichten beheermaatschappijen ten minste de volgende elementen in het risicobeheerbeleid te behandelen:
- a)
de technieken, instrumenten en regelingen die hen in staat stellen om aan de in de artikelen 40 en 41 genoemde verplichtingen te voldoen;
- b)
de toewijzing van verantwoordelijkheden binnen de beheermaatschappij met betrekking tot risicobeheer.
2.
De lidstaten verplichten beheermaatschappijen ervoor te zorgen dat het in lid 1 bedoelde risicobeheerbeleid de voorwaarden, inhoud en frequentie vaststelt van de rapportage door de in artikel 12 bedoelde risicobeheerfunctie aan de raad van bestuur en de hoogste leiding en, in voorkomend geval, aan de toezichtfunctie.
3.
Voor de toepassing van de leden 1 en 2 zorgen de lidstaten ervoor dat beheermaatschappijen rekening houden met de aard, schaal en complexiteit van hun bedrijf en van de icbe's die zij beheren.