NJ 2016/12
Bedreiging van een rechtspersoon met brandstichting.
HR 24-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3360, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 november 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/02503
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124125:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3360, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1918, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑03‑2015
- Wetingang
Essentie
De voor strafbaarheid van bedreiging cfm. art. 285 Sr vereiste vrees is bij een rechtspersoon aanwezig indien bij voor de rechtspersoon relevante natuurlijke personen in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee de rechtspersoon is bedreigd, zou kunnen worden gepleegd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 29 april 2014, nummer 20/002806-13, in de strafzaak tegen S. Adv. mr. G.J.P.M. Mooren, te Goirle.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1; red.)
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1.
Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.