NJ 1959/246
Vordering in kort geding tot opheffing van conservatoir derden-beslag.
HR 20-03-1959, ECLI:NL:HR:1959:114
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 maart 1959
- Magistraten
Mrs. Donner, Boltjes, de Jong, Hülsmann en Dubbink
- Zaaknummer
[20031959/NJ_1959-246]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS137512:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1959:114, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑03‑1959
- Wetingang
(Rv art. 289-297.)
Essentie
Vordering in kort geding tot opheffing van conservatoir derden-beslag.
Samenvatting
Onjuist is de stelling, dat de rechter in k.g. zonder in een beoordeling van het wederzijdse belang van pp. te mogen treden de opheffing van het cons. beslag zou moeren bevelen, indien de beslaglegger er niet in slaagt hem het bestaan van zijn vordering aannemelijk te maken.
Partij(en)
1. J. Smits, te Rotterdam, 2. de N.V. Handelmaatschappij J. Smits' Import-Export N.V., te Rotterdam, eisers tot cassatie van een op 6 Juni 1958 door het Gerechtshof te 's-Gravenhage tussen partijen gewezen arrest, adv. Mr. P. H. Noordhoff,
tegen: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.