Einde inhoudsopgave
Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS
Artikel 7.8 Subsidies vanaf € 125.000, anders dan voor meetbare prestatie-eenheden
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Redactionele toelichting
1. Dit artikel, zoals dit luidde op 31 december 2019, blijft van toepassing op subsidies die vóór 01-01-2020 zijn verleend en waarop deze regeling van toepassing is. 2. Indien de minister wie het aangaat te kennen geeft daaraan geen behoefte te hebben, hoeft de ontvanger van een subsidie als bedoeld in het eerste lid die daarover mede aan de hand van een financieel verslag rekening en verantwoording aflegt, het financieel verslag niet vergezeld te doen gaan van een rapport van feitelijke bevindingen omtrent de naleving van de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger.
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stcrt. 2019, 66843 (uitgifte: 24-12-2019, regelingnummer: WJZ/17704957(10958))
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stcrt. 2019, 66843 (uitgifte: 24-12-2019, regelingnummer: WJZ/17704957(10958))
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 1.5, onderdeel d, legt rekening en verantwoording af aan de hand van een activiteitenverslag en een financieel verslag, tenzij dit voor de berekening van het bedrag van de subsidie niet van belang is.
2.
De minister kan de subsidieontvanger verplichten om het financieel verslag vergezeld te doen gaan van een rapport van feitelijke bevindingen omtrent de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger.
3.
Een verschil tussen het financieel verslag en de begroting van ten minste 20% van een afzonderlijke begrotingspost wordt toegelicht, tenzij het verschil met die begrotingspost lager is dan € 25.000.
4.
Indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend geheel zijn verricht en volledig is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidie, wordt de subsidie vastgesteld op het bedrag dat bestaat uit de gerealiseerde kosten verminderd met de gerealiseerde bijdragen van derden en de begrote eigen bijdrage of de gerealiseerde eigen bijdrage indien deze hoger is dan de begrote eigen bijdrage tot ten hoogste het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag.
5.
De minister besluit binnen 22 weken op een aanvraag tot vaststelling.